H 4.3 beeld/opmaak/leespubliek/uitleggend tekstverband

Lezen 4.3 (beeld en opmaak(lay-out) en leespubliek)
havo: uitleggend tekstverband
Welkom in deze (digitale) les
Fijn dat je er bent!
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lezen 4.3 (beeld en opmaak(lay-out) en leespubliek)
havo: uitleggend tekstverband
Welkom in deze (digitale) les
Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je herkent wat beeld en opmaak in een tekst zijn. (tl en havo)
Je herkent voor welk leespubliek een tekst is.  (tl en havo)

Je herkent verschillende tekstsoorten  (tl)
Je kunt het tekstdoel uit de zin halen (tl herhaling )
Je kunt de kernzin uit een tekst halen (tl herhaling) 

Je kunt signaalwoorden voor een uitleggend tekstverband in een tekst herkennen. (havo)

Slide 2 - Diapositive

Ik weet wat er wordt bedoeld met beeld en opmaak (lay-out) in een tekst
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 3 - Quiz

Theorie: beeld en opmaak
Beeld en opmaak (lay-out)= de manier waarop de tekst is weergegeven.
Met beeld en opmaak maakt een schrijver zijn tekst aantrekkelijk maken voor de lezer.
Beeld = de afbeelding die met de tekst is gecombineerd.
Functies: aandacht trekken / als illustratie / voorbeeld / extra informatie

Opmaak = alles wat de schrijver met de uiterlijke vorm van de tekst doet.
Bijvoorbeeld: tekstverdeling, lettertype, lettergrootte, kleur, enz.


Slide 4 - Diapositive

huisstijl en logo

Huisstijl:
Dezelfde manier van vormgeving binnen een bedrijf zodat de lezer direct weet van welk bedrijf de informatie is.
Logo:
Een plaatje waaraan je het bedrijf kunt herkennen.

Slide 5 - Diapositive

Waarom is beeld en opmaak belangrijk?

Slide 6 - Question ouverte

Op welke manier is in de afbeelding hiernaast gebruikgemaakt van beeld en opmaak?

Slide 7 - Diapositive

Op welke manier is in de afbeelding hiernaast gebruikgemaakt van beeld en opmaak?
- De tekst staat boven en onder het plaatje.
- De flessen zijn in de vorm van een hart gerangschikt.
- De letters van het woord 'iedereen' zijn roze.
- De woorden 'doet bijna' zijn klein geschreven.

Slide 8 - Diapositive

Zoek een logo dat je mooi vindt en maak een foto. Je zet de foto in Lesson up.

Slide 9 - Question ouverte

Zoek een huisstijl die je mooi vindt en zet de foto in Lesson up

Slide 10 - Question ouverte

even oefenen
opdracht 1 t/m 4 van 4.3 horen bij dit onderdeel

Slide 11 - Diapositive

Leespubliek
Je lay-out (beeld en opmaak) is ook belangrijk voor je leespubliek.

Een schrijver schrijft zijn tekst niet voor iedereen, maar voor een bepaalde groep lezers. Deze lezers noem je het leespubliek.

Slide 12 - Diapositive

Waaraan kun je zien voor wie een tekst is geschreven?

Slide 13 - Question ouverte

Voor welk lespubliek is deze tekst?
Is er op jouw school al gesproken over het werkdrukgeld en de inzet hiervan? Op onze site vind je de handige rekentool waarmee je kunt berekenen hoeveel jouw school in schooljaar 2021/2022 krijgt om de werkdruk te verlagen. Doe de checklist

Slide 14 - Question ouverte

Leerdoelen
Je herkent wat beeld en opmaak in een tekst zijn. (tl en havo)
Je herkent voor welk leespubliek een tekst is.  (tl en havo)

Je herkent verschillende tekstsoorten  (tl)
Je kunt het tekstdoel uit de zin halen (tl herhaling )
Je kunt de kernzin uit een tekst halen (tl herhaling) 

Je kunt signaalwoorden voor een uitleggend tekstverband in een tekst herkennen. (havo)

Slide 15 - Diapositive

even oefenen
De volgende oefeningen horen bij lezerspubliek en beeld en opmaak:
tl 2: 4.3 opdracht: 5,6,8
havo 2: 4.3 opdracht: 1,2,3,13

Ik ga verder met havo. tl kan aan de slag met de opdrachten.

Slide 16 - Diapositive

Uitleg: tekstverband
  • Tekstverband maakt een tekst logisch
  • Tekstverbanden zorgen ervoor dat de tekst één tekst is
  • Verbind alinea's/zinnen met elkaar

Slide 17 - Diapositive

Uitleggend tekstverband
Het nieuwe tekstverband dat je moet kennen is het uitleggend tekstverband.
Dit tekstverband geeft een uitleg of voorbeeld aan. 
Dit tekstverband komt vaak voor in informatieve teksten.

De signaalwoorden die bij dit tekstverband horen zijn: bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie.


Slide 18 - Diapositive

even oefenen

Slide 19 - Diapositive