20240529 BU VIP422A niveau 4 leerjaar 2 les 6.2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

VIP422A

Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:

Zorg, Vavo en Educatie

[e-mail]

https://www.linkedin.com/in/david-lindenaar-090aba11/

BURGERSCHAP

Les 6.2: Internationale samenwerking

Afspraken 

1. Kom op tijd
   
   
2. Elke les maak jij je eigen huiswerk in het boek. Dit boek neem jij elke week mee.
   
   
3. Sla geen vragen over in het boek en antwoord altijd met uitleg.
   
   
4. Voor het huiswerk krijg je een cijfer. Dit cijfer telt mee voor het eindcijfer van het vak Burgerschap.
   
   
5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Elke les wordt per e-mail nagestuurd.
   
   
   
6. 6. Deze twee leerjaren maak jij alle lessen uit het boek. Het einddoel van dit vak is bereikt wanneer het hele boek af is en alle toetsen zijn gemaakt.

BURGERSCHAP: Kies 4

Boek kwijt? Bestel het via deze link:

https://www.bol.com/nl/nl/p/kies-4/9200000037405467/  

Thema 1 De multiculturele samenleving

Thema 2 Verkiezingen

Thema 3 Gedrag en veiligheid

Thema 4 Aan het werk

Thema 5 Media en consumeren

Thema 6 Wereldburgerschap

Planning VIP422A 

Woensdag 22-05-2024: Les 6.1: Globalisering

Woensdag 29-05-2024: Les 6.2: Internationale samenwerking

Woensdag 05-06-2024: THEMALES: iedereen aanwezig

Woensdag 12-06-2024: Les 6.3: Mensenrechten

Woensdag 19-06-2024: Les 6.4: Arm en rijk

Woensdag 26-06-2024: TOETS THEMA 6

Terugblik op: 

Les 6.1: Globalisering

Globalisering (en woordweb)

Globalisering: Ontwikkeling waarbij mensen wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden raken.

Vraag 1: woordweb

De arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt verandert voortdurend. Dit heeft gevolgen voor werknemers en werkgevers, maar ook voor het beleid van de overheid. We beschrijven drie ontwikkelingen op de huidige arbeidsmarkt:

• Automatisering (voorbeeld: zelfscankassa)
• Flexibilisering (voorbeeld: zzp'ers)
• Globalisering
  

Op te grote voet leven

Voetafdruk: Denkbeeldig stukje aarde dat een mens nodig heeft voor alles wat hij/zij eet, koopt en doet.

Duurzaamheid: Zo leven dat er een evenwicht bestaat tussen het welzijn van mensen, de aarde en de economie, nu en in de toekomst.

 

Les 6.1: Globalisering

De aarde warmt op

Fossiele brandstoffen: Materiaal dat miljoenen jaren geleden is ontstaan uit de samengeperste resten van planten en dieren, zoals aardolie, aardgas en steenkool.

Voetafdruk: Denkbeeldig stukje aarde dat een mens nodig heeft voor alles wat hij/zij eet, koopt en doet.

Duurzaamheid: Zo leven dat er een evenwicht bestaat tussen het welzijn van mensen, de aarde en de economie, nu en in de toekomst.

Milieuvervuiling: Verontreiniging van onze leefomgeving.

Ecosysteem: Evenwicht tussen natuurlijke elementen in een bepaald gebied én in de wereld als geheel.

Biodiversiteit: Alle verschillende soorten planten en dieren in een bepaald gebied.

 

People, planet, profit

People, planet, profit: 

Drie zaken – het welzijn van mensen, de aarde en de

economie – waar het om draait bij het denken over duurzaamheid.

Recyclen: Opnieuw gebruiken van materiaal uit een afgedankt product in een nieuw product.

Hergebruiken: Afgedankt product opnieuw gebruiken, al dan niet voor een ander doel.

Duurzame energie: Energie die weinig schade aanricht aan het milieu en niet op kan raken, zoals zonne-energie of windenergie.

Circulaire economie: Economie waarbij geen afval bestaat en grondstoffen  worden gerecycled en hergebruikt.

Ook wel: kringloopeconomie.

 

Duurzaam produceren

Fastfashion: Goedkope kledij die consumenten slechts korte tijd dragen.

Duurzaamheid: Zo leven dat er een evenwicht bestaat tussen het welzijn van mensen, de aarde en de economie, nu en in de toekomst.

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit: Organisatie die toezicht houdt bij bedrijven en instellingen op de naleving van wetten en voorschriften over voedsel en

waren (spullen).

Weet wat je koopt

Keurmerk: Kwaliteitsoordeel over een product afkomstig van een betrouwbare, onafhankelijke bron.

Dierenwelzijn: Gezondheid van dieren, zowel geestelijk als lichamelijk.

Fair trade: Handel waarbij de producent zorgt voor goede arbeidsomstandigheden en een eerlijk loon.

Woensdag 29-05-2024: 

Les 6.2: Internationale samenwerking

Les 6.2: Internationale samenwerking (06 min 52 sec)

Lesdoel 29-05: 

Les 6.2: Internationale samenwerking

• Internationale samenwerking
  
• Verenigde Naties (VN)
  
• Europese Unie (EU)
  
• Gemeenschappelijke markt
  

DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:

Les 6.2: Internationale samenwerking

 (pag. 264-272)

 vraag 01-04 + kernopdracht

Les 6.2: Internationale samenwerking

• Aantal inwoners: 451,4 miljoen inwoners
• Het doel van de EU: Economische samenwerking
  
  
• De Europese vlag:
  
  
• Exclusieve bevoegdheden van de EU:
  

1. De douane-unie
   
2. Financieel beleid binnen de eurozone
   
3. Gemeenschappelijke handelspolitiek
   

• Afspraken over mensenrechten. Doodstraf mag nergens in de EU

Les 6.2: Internationale samenwerking

• Oprichting te danken aan de Tweede Wereldoorlog: geen oorlog door afhankelijkheid.
• 1958: Opgericht door: België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Italië, West-Duitsland.
  
  
• Vele Verdragen leggen afspraken vast.
• 1993: Verdrag van Maastricht: invoering van een Europese munt
  

Vier vrijheden:

1. Vrij verkeer van goederen.
   
2. Vrij verkeer van diensten.
   
3. Vrij verkeer van kapitaal.
   
4. Vrij verkeer van arbeid.
   

Zelfwerktijd 29-05: 

Les 6.2: Internationale samenwerking

Pagina 264-272

Vragen 01 - 04 + kernopdracht.

Ben je klaar? Werk dan verder.

 (pag. 264-272)

startopdracht

1

2

3

4

Kernopdracht

VN (UN)

Verenigde Naties 

• Samenwerking tussen (bijna) alle landen in de wereld.
  
• Samenwerking op het gebied van: internationale veiligheid, internationaal recht, mensenrechten, armoedebestrijding, milieu.
  
• Opgericht na Tweede Wereldoorlog in 1945. Belangrijkste doel toen: voorkomen van oorlog.
  

VN-organen

Vanuit de VN zijn diverse organisaties opgericht met verschillende doelen. Denk aan:

• UNICEF (kinderrechten en onderwijs)
  
• Wereldbank (leningen aan landen)
  
• WHO (gezondheid)
  
• UNHCR (vluchtelingen)
  
• Veiligheidsraad (internationale veiligheid)
  

VN (UN)

Verenigde Naties

Veiligheidsraad

Raad met vijftien landen die besluiten nemen

over internationale veiligheid en vrede.

• Vijf permanente leden: De VS, Rusland, China, Frankrijk en Groot-Brittannië. Deze landen hebben vetorecht. Vetorecht: Het recht te voorkomen dat een besluit wordt overgenomen.
  
• De tien andere leden worden elke twee jaar door de Algemene Vergadering gekozen.
  

Terugblik 29-05: 

Les 6.2: Internationale samenwerking

• Internationale samenwerking
  
• Verenigde Naties (VN)
  
• Europese Unie (EU)
  
• Gemeenschappelijke markt
  

DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:

Les 6.2: Internationale samenwerking

 (pag. 264-272)

 vraag 01-04 + kernopdracht