Strux Meedoen en meepraten in jouw wereld Hoofdstuk 5

Meedoen en meepraten in jouw wereld.

Waar kun je meepraten/meebeslissen:
  • thuis
  • klas of school
  • stage of werk
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Meedoen en meepraten in jouw wereld.

Waar kun je meepraten/meebeslissen:
  • thuis
  • klas of school
  • stage of werk

Slide 1 - Diapositive

Meedoen en meepraten in jouw wereld.

Besturen van Nederland:
  • Stemmen bij verkiezingen
  • meepraten over plannen van je gemeente
  • meedoen aan een actiegroep of belangengroep

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan bij:
besturen van Nederland

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Stemmen bij verkiezingen
Lees: 'stemmen bij verkiezingen'.





Maak dan de volgende quizvraag.

Slide 5 - Diapositive

Waarvoor mag je stemmen als je 18 jaar of ouder bent?
A
de gemeenteraad van de gemeente.
B
Het bestuur van de provincie.
C
De 2e kamer
D
A, B en C

Slide 6 - Quiz

Stemrecht
      Maak opdracht 3. 
                     Bedenk samen redenen.

Lees samen: Meepraten over plannen van je gemeente.
Klassikaal: Maken opdracht 4, 5 en 6.

Slide 7 - Diapositive

Inspraak
Lees blz. 57 en 58. 

Slide 8 - Diapositive

Hoe kunnen gemeentes inspraak organiseren?
Wat gebruiken ze daarvoor?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Inspraak
Maak opdracht 7 t/m 10

Slide 11 - Diapositive

Belangengroepen en actiegroepen

Slide 12 - Diapositive

Vier Quizvragen

Wat is een handtekeningenactie?
A
Actie voeren en zwaaien met je handtekening.
B
Handtekeningen verzamelen.
C
Handtekeningen inzamelen voor een standpunt.
D
Actie op je hand tekenen.

Slide 13 - Quiz

Wat betekent boycot?
A
Verbreken van een handelsrelatie.
B
Weigeren om iets te doen.
C
Iets wat je deed niet meer doen.
D
Een statement maken

Slide 14 - Quiz

Wat is de betekenis van donaties werven?
A
Geld krijgen.
B
Geld verzamelen voor een goed doel.
C
Geld verzamelen voor jezelf.
D
Geld verzamelen voor een fonds.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Belangen- en actiegroepen


Opdracht 11, 12, 13 en 14.
TIP bij opdracht 14: Denk aan de quizvragen!



Slide 17 - Diapositive