Spelling algemeen - les 2.8 mv znw ën + verkleinwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

op tafel: IPad + leesboek

• leesboek ( 5 min.)
• Lessonup - oefendictee directe rede + ch (sj) (15 min.)
• Lessonup - uitleg  (10 min.)
• Werkboek A - opdrachten maken (5 min.)
• tijd over: keuze-opdracht ( ? min.)

vorige les

• leestekens: punt, vraagteken, uitroepteken, komma
• directe reden: dubbele punt en aanhalingstekens
• dicteewoorden: ch 

DICTEE

Pak:

• een schrift / kladblok
• een pen

 Schrijf de zinnen op in de directe rede.

1. "Lust jij ook champignons?", vroeg Anna.

2. Kees zei:" Ik eet liever chips."

3. "Doe mij maar een chocoladebol", zei de rechercheur.

4. Jan riep toen hij uit het vliegtuig sprong: "Ik hoop maar dat mijn parachute het doet!"

Schrijf de woorden op:

4. Pas op dat ze je op de chat niet gaan chanteren!

5. Een sjoelbak wordt met de hand, dus niet machinaal gemaakt.

6. Ik draag in de winter een sjaal. 

DICTEE

1. "Lust jij ook champignons?", vroeg Anna.

2. Kees zei:" Ik eet liever chips."

3. "Doe mij maar een chocoladebol", zei de rechercheur.

4. Jan riep toen hij uit het vliegtuig sprong: "Ik hoop maar dat mijn parachute het doet!"

Schrijf de woorden op:

4. Pas op dat ze je op de chat niet gaan chanteren!

5. Een sjoelbak wordt met de hand, dus niet machinaal gemaakt.

6. Ik draag in de winter een sjaal.

 Schrijf de zinnen op in de directe rede.

1. "Lust jij ook champignons?", vroeg Anna.

2. Kees zei:" Ik eet liever chips."

3. "Doe mij maar een chocoladebol", zei de rechercheur.

4. Jan riep toen hij uit het vliegtuig sprong: "Ik hoop maar dat mijn parachute het doet!"

Schrijf de woorden op:

4. Pas op dat ze je op de chat niet gaan chanteren!

5. Een sjoelbak wordt met de hand, dus niet machinaal gemaakt.

6. Ik draag in de winter een sjaal. 

2.8 spelling

Lesdoel:

• meervoud zelfstandig naamwoord - ieën
• verkleinwoorden - ootje

meervoud zelfstandig naamwoord : ën

knie - knieën

olie - oliën

zee - zeeën

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :
knie

1. kniën
2. knies
3. knieën

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :

kolonie

1. koloniën
2. kolonies
3. kolonieën

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :

drie

1. driën
2. dries
3. drieën

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :

kopie

1. kopiën
2. kopies
3. kopieën

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :

zee

1. zeën
2. zees
3. zeeën

Hoe schrijf je het meervoud van?

braderie

Hoe schrijf je het meervoud van?

porie

Hoe schrijf je het meervoud van?

slee

verkleinwoorden

Bij verkleinwoorden is het lidwoord altijd:

1. de
2. een
3. het
4. dit

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?

1. kano'tje
2. kanotje
3. kanoo'tje
4. kanootje

Wat is het verkleinwoord van 'paraplu'?

Wat is het verkleinwoord van...
radio?

Wat is het verkleinwoord van...
la?

Wat is het verkleinwoord van cola?

Maken: spelling les 2.8 -  opd. 8 + 10

                                                                       

                                                                 

Klaar? 

• Leesboek
• Test Jezelf les 2.8 spelling
• ander huiswerk
• Cody Cross

keuze opdracht

droodel

spel kaboem

woordzoeker

Blooket

Afsluiting

• Huiswerk: les 2.8 opd. 8 + 10 af
• Volgende les: les 3.8 - hoofdletters + dicteewoorden met th

jeroen zit in de kantine