Productie

PRODUCTIE
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Introduction

Na deze les ken je de productiefactoren en de bijbehorende beloningen. Je kunt uitleggen wat een bedrijfskolom is.

Éléments de cette leçon

PRODUCTIE

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Na deze les ken je de productiefactoren en de bijbehorende beloningen. Je kunt uitleggen wat een bedrijfskolom is. Ook kun je de kostprijs berekenen van een product.

Slide 2 - Diapositive

Wat is productie?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Soorten productie
PRODUCTIE IN ENGE ZIN:
Productie in de formele sector, door bedrijven en de overheid.

PRODUCTIE IN RUIME ZIN:
Alle activiteiten die in behoeften voorzien, dus ook de productie in de informele sector.

Slide 5 - Diapositive

Waar denk je aan bij het woord 'formeel'?

Slide 6 - Carte mentale

Wat zie je?

Slide 7 - Diapositive

Wat is formele productie?

Slide 8 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van informele productie.

Slide 9 - Question ouverte

Om te produceren zijn productiefactoren nodig:


natuur (grondstoffen)

arbeid (het product moet gemaakt worden)

kapitaal (machines, productiemiddelen)

ondernemerschap (de combinatie van natuur, arbeid en kapitaal moet leiden tot winst)


Slide 10 - Diapositive

Wat is kapitaalintensief?
A
Mensen doen vooral het werk.
B
Machines doen vooral het werk.

Slide 11 - Quiz

Hoe produceert een timmerman?
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief

Slide 12 - Quiz

economische kringloop

Slide 13 - Diapositive

Wat is een bedrijfskolom?
De bedrijfskolom bestaat uit alle bedrijven die na elkaar meewerken aan een product.

Slide 14 - Diapositive

Wat is de toegevoegde waarde van een product?
De waardeverhoging van een product die ontstaat door het product te bewerken.  
Het product wordt steeds meer geschikt voor gebruik.

Door arbeid, tijd en energie die in het product is gestoken, wordt het product meer waard.

Slide 15 - Diapositive

Productiekosten

  • Vaste kosten zijn onafhankelijk van de productie.

  •  Variabele kosten zijn afhankelijk van de productie.

Slide 16 - Diapositive

Berekening kostprijs per product

(aantal.producten)(vaste.kosten+variabele.kosten)

Slide 17 - Diapositive

Produceren heeft gevolgen
Maatschappelijke opbrengsten, denk aan werkgelegenheid en welvaart.

Maatschappelijke kosten, denk aan de gevolgen voor het milieu.


Slide 18 - Diapositive

Investeren
Er zijn extra kapitaalgoederen nodig als een bedrijf meer wil produceren.

Er zijn andere kapitaalgoederen nodig als een bedrijf andere producten wil produceren of goedkoper wil produceren.

Slide 19 - Diapositive

Afschrijving
Waardevermindering van kapitaalgoederen
(aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren

Slide 20 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Diapositive

Noem drie belangrijke dingen die je hebt geleerd deze les.

Slide 22 - Question ouverte

extra uitleg

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo