Herhaling P1 en P2

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
1:00
Afspraken
  • De telefoon blijft in de telefoontas!
  • Je zit volgens de plattegrond
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, huiswerk gemaakt.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we na de les of in de pauze
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
Lessonup:

  • Bij het einde van de timer start de les.
  • Login met je eigen naam.

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
1:00
Afspraken
  • De telefoon blijft in de telefoontas!
  • Je zit volgens de plattegrond
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, huiswerk gemaakt.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we na de les of in de pauze
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
Lessonup:

  • Bij het einde van de timer start de les.
  • Login met je eigen naam.

Slide 1 - Diapositive

Welke persoon zie je op de afbeelding?
A
Maarten Luther
B
Johannes Calvijn
C
Karel V
D
Erasmus

Slide 2 - Quiz

Waar had Maarten Luther vooral kritiek op?
A
Dat de priesters zich niet aan hun eigen regels hielden
B
Dat de paus veel te veel geld verspilde
C
Dat mensen vrijbrieven konden kopen om naar de hemel te gaan
D
Dat de bijbels alleen in het latijn geschreven waren

Slide 3 - Quiz

Katholiek / protestants?
A
Katholiek
B
Protestants

Slide 4 - Quiz

Zou de tekenaar de kant van de protestanten kiezen of van de katholieken?
A
Protestanten, de tekenaar maakt de paus belachelijk
B
Katholieken, de tekenaar maakt Luther belachelijk
C
Beide, de tekenaar is tegen het geloof
D
Geen van beide, dit is kritiek op Karel V

Slide 5 - Quiz

Waarom zouden Duitse vorsten de kant van Luther kiezen in plaats van de keizer?
A
Ze geloven in de boodschap van Luther
B
Ze wilden al langer de keizer afzetten
C
Zo konden zij rijkdommen van de katholieke kerk afpakken
D
Luther had veel meer aanhangers dan de keizer

Slide 6 - Quiz

Kort samengevat:
  1. Rijk van Karel V is iedereen katholiek.
  2. Maarten Luther heeft kritiek op de katholieke kerk omdat zij zich niet aan de regels van de bijbel houden. Grootste kritiek heeft Maarten Luther op de verkoop van aflaten.
  3. Bijbels zijn in die tijd in het Latijn geschreven, alleen priesters kunnen de mensen vertellen hoe ze goed moeten leven.
  4. Maarten Luther vertaald de bijbel in het Duits. Hiermee begint de reformatie/hervorming; de splitsing van de kerk in katholiek en protestants.
  5. Vorsten kiezen de kant van Luther, omdat zij 1) eigendommen van de katholieken kunnen afpakken. 2) Omdat het volk volgens Luther naar de vorsten moeten luisteren.

Slide 7 - Diapositive

Maarten Luther
Locatie: Duitsland
Johannes Calvijn
Locatie: Frankrijk
Belangrijkste punten:

1) Door een goed leven en goede werken kun je in de hemel komen.

2) Vorsten zijn door God aangesteld en daarom moet het volk luisteren

3) De bijbel is de belangrijkste richtlijn van het geloof


Belangrijkste punten:

1) Predestinatie; je plek in de hemel staat al vast vanaf je geboorte.

2) Mensen hoeven niet te gehoorzamen aan de vorst als dit tegen de wil van God was.

3) De bijbel is de belangrijkste richtlijn van het geloof

Slide 8 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met de reformatie
A
Aanpassingen die gemaakt werden in de katholieke kerk door de paus
B
De splitsing van de kerk in katholiek en protestants
C
De jacht die gemaakt werd op Maarten Luther
D
De splitsing van de kerk tussen Lutheraans en Calvinistisch

Slide 9 - Quiz

Welke definitie past het beste bij het begrip 'stadhouder'?
A
Een bewaker van de stad
B
Vervanger van de landsheer in het gewest
C
De hoogste burgemeester van een stad
D
De leider van het leger in het gewest

Slide 10 - Quiz

Vervang(st)er van de landsheer, verantwoordelijk voor  alle gewesten in de Nederlanden
Vervanger van de landsheer in het gewest.
Bijeenkomst van de afgevaardigden van de geestelijkheid, adel en steden in een gewest
De afgevaardigden van alle gewestelijke staten bij elkaar
Heerser over een gebied dat geen koninkrijk is.
Beschrijving:
Begrip:
Plaats het juiste begrip op de goede plaats.
Landsheer
Staten-Generaal
Landvoogd
Gewestelijke staten
Stadhouder

Slide 11 - Question de remorquage

Welk onderdeel past niet bij 'centralisatie'
A
Het bestuur op één plek: Staten-Generaal
B
Dezelfde wetten voor elk gewest invoeren
C
Elk gewest eigen privileges geven
D
Alleen het katholieke geloof toestaan

Slide 12 - Quiz

Plaats de volgende mensen op de goede plek:
Stadhouder
Vorst
Gewestelijke staten
Staten-Generaal
Landvoogd

Slide 13 - Question de remorquage

Slide 14 - Diapositive

Kort samengevat:
  1. Nederland bestaat uit 17 kleine landjes (gewesten), met elk een eigen regering (gewestelijke staten), wetten en privileges (voorrechten).
  2. Vanaf 1543 komt Nederland in handen van Karel V en hij wil meer eenheid creëren (centralisatie).
  3. In elk gewest benoemt hij een stadhouder. Voor het land benoemt hij een landvoogd(es). En vertegenwoordigers van de gewesten komen samen in de Staten-Generaal.
  4. Karel V wil dat elk gewest ook katholiek wordt, wie protestants is wordt gezien als ketter en kan hiervoor gestraft worden. Karel V schrijft hier voor (bloed)plakkaten uit. Stadsbesturen weigeren deze uit te voeren, omdat zij zelf willen besturen.
  5. 1555 treedt Karel V af en zijn zoon Filips II neemt het over....

Slide 15 - Diapositive

Hoe heten de wetten die Karel V uitschrijft om de ketters op te sporen?
A
Ketterplakkaten
B
Bloedplakkaten
C
Doodplakkaten
D
Inquisitie-plakkaten

Slide 16 - Quiz

Wat was de opdracht van de inquisitie?
A
Het katholieke geloof in Nederland verspreiden
B
Ketters opsporen en vervolgen
C
Protestantse kerken veranderen in katholieke kerken
D
De gewesten besturen

Slide 17 - Quiz

Welke gebeurtenis zie je hier op het plaatje?
A
Bouw van de Dom in Utrecht
B
Inrichten van het paleis van Margaretha van Parma
C
De beeldenstorm
D
Het begin van de reformatie

Slide 18 - Quiz

Kort samengevat:
  1. Filips II (koning van Nederland en Spanje) verlaat Nederland en stelt zijn halfzus Margaretha van Parma aan als landvoogdes.
  2. De Staten-Generaal wordt niet meer bijeen geroepen en de inquisitie (speciale rechtbank) wordt in het leven geroepen om ketters op te sporen.
  3. Edelen smeken in een brief (smeekbede) de landvoogdes om te stoppen met het vervolgen van protestanten. Margaretha van Parma stemt hier in toe.
  4. Protestanten hoeven zich niet meer te verschuilen en geven in de buitenlucht preken (hagenpreken). Tijdens één van deze preken roept de dominee zijn volgers op om katholieke kerken te vernielen (beeldenstorm).
  5. Filips II is woedend en slaat terug...

Slide 19 - Diapositive