Statiegeld op kleine plastic flesjes

 'Statiegeld op kleine flesjes'.
De flesjes worden gerecycled. 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

 'Statiegeld op kleine flesjes'.
De flesjes worden gerecycled. 

Slide 1 - Diapositive

Statiegeld als de fles:
- een  dop heeft;
- een statiegeldlogo heeft;
- de barcode goed scanbaar is;
- hij onbeschadigd is.

Ieder onderdeel bestaat uit een ander soort plastic.

D

Slide 2 - Diapositive

In de dia hiervoor zag je een opsomming.
Wat is volgens jou een opsomming?

Slide 3 - Question ouverte

Opsomming en leestekens
De zin die de opsomming inleidt, eindigt met een dubbele punt. Elk onderdeel van de opsomming begint met een kleine letter en eindigt met een puntkomma
alleen het laatste onderdeel van de opsomming krijgt een punt.

Slide 4 - Diapositive

Statiegeld als de fles:
- een  dop heeft;
- een statiegeldlogo heeft;
- de barcode goed scanbaar is;
- hij onbeschadigd is.

Ieder onderdeel bestaat uit een ander soort plastic.

D

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Waarom zit er statiegeld op kleine plastic flesjes?

Slide 7 - Question ouverte

Wanneer betaal je statiegeld? En wanneer krijg je het weer terug?

Slide 8 - Question ouverte

Woordenschat
Plastic flessen, groot of klein 
noemen we ook PET-flessen

Slide 9 - Diapositive

Wat betekent recyclen?

Slide 10 - Question ouverte

Woordenschat en werkwoorden
Recyclen betekent het opnieuw gebruiken van materialen.

.



ik recycle.
ik/jij/hij/zij recyclede.
jij/hij/zij recyclet.
wij/jullie/zij recycleden.
wij/jullie/zij recyclen
wij hebben gerecycled.

Slide 11 - Diapositive

Werkwoorden
De PET-fles wordt .....
A
recycle
B
recyclen
C
recyclet
D
gerecycled

Slide 12 - Quiz

Werkwoorden
Ik ......... de PET-fles.
A
recycle
B
recyclen
C
recyclet
D
gerecycled

Slide 13 - Quiz

Werkwoorden
Lot en haar man ...... de PET-flessen.
A
recycle
B
recyclen
C
recyclet
D
gerecycled

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Plasticsoep
De term plastic soep verwijst naar alle plastic vervuiling in de oceaan;

De plasticsoep kan grote schade aanrichten bij dieren, het is gevaarlijk voor al het leven in de zee. Het plastic zorgt ervoor dat veel zeezoogdieren, vogels en schildpadden sterven. Dieren zien het plastic aan voor plankton en eten het op of raken erin verstrikt.

Slide 16 - Diapositive

Hoe kunnen mensen stukjes van zwerfafval binnenkrijgen?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Vidéo

Denk jij dat statiegeld op plastic flesjes gaat werken tegen zwerfafval? Waarom niet of waarom wel? .

Slide 19 - Question ouverte

Woordenschat
Nieuwe woorden vanuit deze les zijn:
Petflessen
Recyclen
nog meer........?

Slide 20 - Diapositive

Grammatica
Onderwerp - persoonsvorm - restdeel - overige werkwoorden

 de flesjes - mensen -   weg -  in de natuur - gooien

Slide 21 - Diapositive

Grammatica
Onderwerp - persoonsvorm - restdeel - overige werkwoorden

een logo - staat- op flessen - met statiegeld 

Slide 22 - Diapositive

Grammatica
Onderwerp - persoonsvorm - restdeel - overige werkwoorden

   moet -  weggooien - het flesje - je - dus - niet

Slide 23 - Diapositive

OLC
In Teams
Grammatica: hoofdzinnen
Schrijven: boekverslag verbeteren 
Schrijven: onderwijs in je geboorteland
Woordenschat: toets 

Voor jezelf: boekpresentatie voorbereiden

Slide 24 - Diapositive

Boekpresentatie
Gebruik je voorbereiding/ boekverslag

- Over welk boek je iets gaat vertellen
- Wie zij de hoofd- en bijpersonen
- In welke tijd en waar speelt het verhaal zich af.
- Geef een korte samenvatting van het verhaal
- Wat jij van het boek vond en of het een aanrader is.

Slide 25 - Diapositive