Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Bloedglucose en insulinepen
Bloedglucose en insulinepen
Herhaling diabetes mellitus
PdJ
1 / 30
suivant
Slide 1:
Diapositive
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Cette leçon contient
30 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
120 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Bloedglucose en insulinepen
Herhaling diabetes mellitus
PdJ
Slide 1 - Diapositive
Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 2 - Sondage
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 3 - Diapositive
Aan het eind van de les kun je vertellen:
Hoe het zit als iemand diabetes mellitus heeft
Hoe je de bloedglucose meet
Hoe je insuline toedient met een insulinepen
Wat zijn je eigen leervragen over deze onderwerpen?
Slide 4 - Diapositive
Wat weet je nog van diabetes mellitus?
Slide 5 - Carte mentale
1
Slide 6 - Vidéo
00:35
Wat is een normale bloedsuiker?
A
4 - 8 mmol/l
B
4 - 8 mm Hg
C
6 - 12 mmol/l
D
6 - 12 mm Hg
Slide 7 - Quiz
Glucose huishouding
Voedsel → glucose → darmwand → bloed
Insuline: cellen kunnen glucose opnemen, glucose wordt omgezet in glycogeen
Glycogeen opslag in lever
en skeletspieren
Glucagon zet glycogeen om
in glucose.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
In welk orgaan worden de hormonen insuline en glucagon aangemaakt?
A
Alvleesklier
B
Bloed
C
Hersenen
D
Lever
Slide 10 - Quiz
Wat gebeurt er bij diabetes
Bloedsuikerspiegel (glucose in bloed) blijft hoog
Glucose komt niet in de cellen
Cellen schakelen over op vetverbranding → aceton
Glucose wordt uitgescheiden via urine.
Slide 11 - Diapositive
Bij welk type diabetes moet altijd insuline worden gespoten?
A
Diabetes type I
B
Diabetes type II
C
Zwangerschaps-diabetes
D
Bij alle typen diabetes
Slide 12 - Quiz
Bloedglucosewaarde meten
Bestudeer
Vilans protocol
Bloedglucosewaarde meten via vingerprik
Achtergrondinformatie
Bloedglucosewaarde meten
en
Continue bloedglucosewaarden meten en sensoren
Slide 13 - Diapositive
Bloedglucose bepalen met vingerprik
Warme, schone vinger
Middelvinger, ringvinger of pink
Zijkant vingertop
Prikpen gebruiken
Controleer teststrip.
Slide 14 - Diapositive
Hoe moet de zorgvrager de handen reinigen voor het prikken van de bloedsuiker?
A
Met handalcohol
B
Met koud water
C
Met alcohol 70%
D
Met warm water
Slide 15 - Quiz
Bij het prikken van de bloedglucose gebruik je de eerste druppel bloed
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Continue of flash bloedglucose meten
Sensor met naaldje
subcutaan in
buik of bovenarm.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Insuline toedienen
Bestudeer
Vilans protocol
Insuline injecteren
Achtergrondinformatie
Insuline injecteren
Slide 19 - Diapositive
Insuline toedienen met insulinepen
10x zwenken (langwerkend, troebel)
Ontluchten 2 EH wegspuiten
Eenheden instellen
Laten controleren
Prikken zonder huidplooi
Na injecteren naald 10 tellen laten zitten.
Slide 20 - Diapositive
De opnametijd van insuline
verschilt per injectieplaats.
Waar wordt insuline het
snelst opgenomen?
A
Arm
B
Bil
C
Been
D
Buik
Slide 21 - Quiz
Wat moet je na een insuline injectie doen met de naald?
A
Meteen eruit halen
B
3 sec. laten zitten
C
5 sec. laten zitten
D
10 sec. laten zitten
Slide 22 - Quiz
Soorten insuline
Kortwerkend (binnen 10-30 min, 2-8 uur lang):
actrapid, aspart, novorapid
Middellangwerkend (binnen 1-2 uur, 16-24 uur lang): insulatard, NPH-insuline
Langwerkend (binnen 1-2 uur, 24 uur lang):
abasaglar, lantus.
Slide 23 - Diapositive
Aan langwerkende insuline is een eiwit (protamine) toegevoegd dat ervoor zorgt dat het langzaam wordt opgenomen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Kortwerkende insuline
Middellangwerkende insuline
Langwerkende insuline
Lantus
Novorapid
Actrapid
Insulatard
Abasaglar
Aspart
NPH-insuline
Slide 25 - Question de remorquage
Wat gebeurt er als je insuline vergeet te spuiten en de zorgvrager eet normaal?
A
Als je dat 1x vergeet gebeurt er niets
B
De ZV kan een hypoglykemie krijgen
C
De ZV kan een hyperglykemie krijgen
D
De ZV kan een hypo- of een hyperglykemie krijgen
Slide 26 - Quiz
Wanneer spuit je extra insuline bij?
A
Bloedglucose < 4 mmol/l
B
Bloedglucose > 10 mmol/l
C
Bloedglucose > 15 mmol/l
D
Alleen als er een afspraak over is gemaakt met de arts
Slide 27 - Quiz
Wat heb je geleerd over bloedglucose controleren insuline toedienen?
Slide 28 - Carte mentale
Vertel in eigen woorden:
Hoe het zit als iemand diabetes mellitus heeft
Hoe je de bloedglucose meet
Hoe je insuline toedient met een insulinepen
Wat zijn nu je leervragen over deze onderwerpen?
Slide 29 - Diapositive
Welk cijfer geef je deze les?
1
10
Slide 30 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
Bloedglucose en insulinepen
Septembre 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Bloedglucose en insulinepen
Mai 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Bloedglucose en insulinepen
Mai 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Medicatie bij diabetes
Mai 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Diabetes
Avril 2023
- Leçon avec
45 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
diabetes medicatie
Décembre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 4
Les 5 /6Diabetes en medicijnen
Octobre 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
Diabetes
Décembre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1