Les 3 online

• NT2
• HBO
• Studiejaar 4

WELKOM

Les 3

04-09-2024

Katarina Hrnjez

[e-mail]

0643477708

Wat gaan we doen?

Herhaling les 2

• persoonlijke vragen + informatie
  
• presens
  
• de familie
  

Les 3

• de dagen / maanden
  
• wanneer / hoe vaak ?
  
• de lidwoorden (de/het/een)
  
• vraagzinnen
  

Wat gaan we doen?

Wat gaan we doen?

geef antwoord > naam > nieuwe vraag

naam > geef informatie over de vorige persoon

Raadsel

• De docent geeft een omschrijving van een familielid
  
• Luister
  
• Typ het antwoord in de chat
  

Werkwoorden vervoegen

                                                                       werken

Ik 

Jij 

Hij / Zij

Wij                        werken

Jullie                   werken

Zij                         werken

Werkwoorden vervoegen

                                                                       werken

-en

Ik  werk

+t

Jij werkt

Hij / Zij werkt

Werkwoorden vervoegen

Werkwoorden vervoegen

Lettermix

Lettermix

Herhaling begroeten (hoi, doei)

09.00      >   Het is negen uur.       Wat zeg je dan?

12.00     >   Het is twaalf uur.        Wat zeg je dan?

20.00   >    Het is acht uur.           Wat zeg je dan?

Conversatie

's Ochtend = in de ochtend

's Middags = in de avond

's Avonds = in de avond

's Nachts = in de nacht

Waarom? Why?

In old Dutch this used to be des ochtends, but 's is what's left of des.

Ook: 's Gravenhage / Den Haag

's Hertogenbosch / Den Bosch

Woorden in conversatie

Les 3

Tekst: Wat doe jij?

Luister naar de docent.

Oefenen in tweetallen/drietallen.

Woorden in conversatie

Volgende week

De stad

Dinsdag, woensdag, donderdag, 

Thuis

Misschien

Een andere keer

Ontmoeten

Ik heb er zin in!

Ik ook!

Dagdelen, dagen, maanden

Welke dag is het vandaag

                                                                         Oefening 3!

Dagen en maanden

Wanneer ben jij jarig?  >  Ik ben jarig op 7 april.

Wanneer ben jij geboren?  >  Ik ben geboren op 7 april 1994.

Wat is jouw favoriete dag van de week?  >  Mijn favoriete dag van de week is vrijdag.

Wat is jouw favoriete maand?  >  Mijn favoriete maand is mei.

DE en HET

Oefening DE en HET

Neem twee stukken papier.

Schrijf op één papier ''DE'' en op het andere papier ''HET''.

De docent leest een woord.

Hoort het bij ''de'' of ''het''?

VRAAGWOORDEN

             Bladzijde 37, oefening 5

VRAAGWOORDEN

Bladzijde 37, oefening 5

INVERSIE BIJ VRAAG

Oefenen inversie

De docent leest een vraag.

Is deze goed of fout?

Goed = duim omhoog

Fout = duim omlaag

Oefenen inversie

Les 3

Oefening 7 en 8

Maak vraagzinnen en gebruik inversie.

Huiswerk

• Boek, Les 2, oefening 2, 4 en 5
• Oefenen met vraagzinnen (mystery guest)
•  Boek, Les 3 huiswerk
• E-learning, Les 3
• Vertaal de woorden uit les 3