Present Simple & Present Continuous 1(H)V

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welcome 1H!

Today:

- 5 minutes of reading

- Grammar explanation

- Work

At the end of this lesson you will know what the difference between the present continuous and the present simple is

At the end of this lesson you will know when to use the present simple and when to use the present continuous

Why is this important?

Present Simple / Present Continuous

Present continuous

Spongebob is feeding Gary right now

Spongebob works every day

Present Simple

Present simple - tegenwoordige tijd

- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven. 

- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes)   (SHIT REGEL)

Feit: Abdellah arrives at eleven o'clock.

Gewoonte: Massin always brings a pen to school.

Regelmatige gebeurtenis: I usually teach my 1VH1 group

Present Continuous

Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd

- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is 

- am / are / is + werkwoord + ing

NU bezig: Aya is studying right now

Alper and Musab are dancing now

You are enjoying this lesson at the moment

Present simple - tegenwoordige tijd

- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven.

- Werkwoord of werkwoord +s (SHIT REGEL)

Present continuous - tegenwoordige tijd

- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is 

- am / are / is + werkwoord + ing

Practice! Assignment 47 of the workbook :) 

1. Present Simple
2. Present Continuous

Sometimes

1. Present simple
2. Present continuous

Right now

1. Present simple
2. Present continuous

At the moment

1. Present simple
2. Present continuous

De shit-regel hoort bij?

1. Present Simple
2. Present Continuous

I'm working at the moment.

Tense?

1. Present simple
2. Present continuous

My parents ..............(shop) right now.

1. present simple
2. present continuous

Practice! Assignment 48 in the workbook

Stappenplan

1. wat is het signaalwoord?

2. welke tijd heb ik nodig?

3. wat is het onderwerp van de zin?

4. zet de zin in de juiste tijd.

Voorbeeld stappenplan

Anna _________ to school every day. (to walk)

1. every day

2. present simple (want gewoonte)

3. Anna = she

4. walks

5. nvt

voorbeeld 2

____________ (Sam - to like) to play football?

1. geen signaalwoord

2. gewone vraag dus present simple

3. Sam = he/she

4. does walk

5. vraag bij present simple = do of does + hele ww

Practice! Assignment 3 + 4 on the worksheet

Classroomscreen

At the end of this lesson you will know what the difference between the present continuous and the present simple is

At the end of this lesson you will know when to use the present simple and when to use the present continuous

Ik begrijp de present simple en de present continuous helemaal

1. Ja, 100%
2. Ja, maar ik wil nog wel extra uitleg
3. Nee, nog niet helemaal
4. Nee, totaal niet

Ik begrijp het verschil tussen de present simple en de present continuous helemaal

1. Ja, 100%
2. Ja, maar ik wil nog wel extra uitleg
3. Nee, nog niet helemaal
4. Nee, totaal niet

Work time :)

Work on the rest of the assignments you haven't done yet