H3 les 1 (7)

Economie jaar 3
Hoofdstuk 3: sparen en lenen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Economie jaar 3
Hoofdstuk 3: sparen en lenen

Slide 1 - Diapositive

Inhoud van de les
  • Introductie H3: sparen
  • Uitleg begrippen en berekeningen 
  • Maken van opdrachten

Doel:
Definites: rente, inflatie en koopkracht kennen
Rente op een spaarrekening berekenen. 




Slide 2 - Diapositive

3.1 inleiding: 'ruilen over tijd'
Het uitstellen of vervroegen van je consumptie. 

Sparen: Je stelt je consumptie uit. 
Lenen: Je vervroegt je consumptie. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

3.2 sparen (blz. 34)
Sparen: is het niet uitgeven van een deel van het inkomen. 

Slide 5 - Diapositive

Belangrijke begrippen blz. 35
  • Rente: vergoeding die je krijgt voor het uitlenen van geld. 
  • Inflatie: stijging van het algemeen prijspeil. Goederen en diensten stijgen naar verloop van tijd namelijk in prijs.
  • Koopkracht: De hoeveelheid goederen en diensten die je kan kopen van je inkomen. 

Slide 6 - Diapositive

Dé euroknallers!
Jarenlang behoorde de hamburger tot de euroknallers = €1.
Hoeveel kon ik er kopen met €10,-?



Slide 7 - Diapositive

Dé euroknaller!
Na een stevige inflatie is de prijs nu €1,25.
Hoeveel kan ik er nu kopen met een tientje?

  •  Als mijn inkomen gelijk is gebleven, wat is er  dan met mijn koopkracht gebeurd?

Slide 8 - Diapositive

Koopkracht

Slide 9 - Diapositive

Soorten bankrekeningen
Betaalrekening: lopende rekening waarmee je betaald.

Spaarrekening: rekening om mee te sparen, hier ontvang je een rentepercentage op. Het geld is vrij opneembaar voor jou als rekeninghouder. 
Depositorekening: een spaarrekening waarbij je afspreekt om je geld voor langere tijd vast te zetten. Alleen met een boete kan je eerder aan je spaargeld komen. Voordeel: hogere spaarrente.  

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 3.5 maken
Wat: maak opdrachten 3.5 op blz. 36.
Tijd: jullie krijgen hiervoor 7 minuten. 
Hulp?: lees theorie onderaan blz 35.
Ben je klaar: maak opdracht 3.4 op blz. 35. (lees de theorie erboven)
timer
7:00

Slide 11 - Diapositive

Rekenen met procenten (blz. 36)
Je hebt €80 op spaarrekening staan, je krijgt 1,5% rente. 



STAP 1: Zoek eerst uit wat 100% is.
STAP 2: Reken met deze gegevens uit hoeveel 1% is.
STAP 3: Reken het gevraagde gegeven uit. 

Slide 12 - Diapositive

Deel van het geheel (blz. 36)
Je hebt €80 op spaarrekening staan, je krijgt €2 rente. Hoeveel procent is de rente?

                                   
                                                                                                     

                                                                                                    

                                                                                                        

Slide 13 - Diapositive

Opgave 3.6

Slide 14 - Diapositive

Opdracht maken
Wat: maak opdrachten 3.7 t/m 3.12 op blz. 36 + 37
Tijd: jullie krijgen hiervoor 15 minuten. 
Hulp?: overleg rustig met diegene naast je. Daarna vraag je het aan de docent.
Ben je klaar: maak opdracht 3.13

Huiswerk = 3.4 t/m 3.13

Slide 15 - Diapositive