H3 les 1 (7)

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Economie jaar 3

Hoofdstuk 3: sparen en lenen

Inhoud van de les

• Introductie H3: sparen
  
• Uitleg begrippen en berekeningen 
• Maken van opdrachten

Doel:

Definites: rente, inflatie en koopkracht kennen

Rente op een spaarrekening berekenen. 

3.1 inleiding: 'ruilen over tijd'

Het uitstellen of vervroegen van je consumptie. 

Sparen: Je stelt je consumptie uit. 

Lenen: Je vervroegt je consumptie. 

3.2 sparen (blz. 34)

Sparen: is het niet uitgeven van een deel van het inkomen. 

Belangrijke begrippen blz. 35

• Rente: vergoeding die je krijgt voor het uitlenen van geld. 
• Inflatie: stijging van het algemeen prijspeil. Goederen en diensten stijgen naar verloop van tijd namelijk in prijs.
• Koopkracht: De hoeveelheid goederen en diensten die je kan kopen van je inkomen. 

Dé euroknallers!

Jarenlang behoorde de hamburger tot de euroknallers = €1.

Hoeveel kon ik er kopen met €10,-?

Dé euroknaller!

Na een stevige inflatie is de prijs nu €1,25.
Hoeveel kan ik er nu kopen met een tientje?

•  Als mijn inkomen gelijk is gebleven, wat is er  dan met mijn koopkracht gebeurd?

Koopkracht

Soorten bankrekeningen

Betaalrekening: lopende rekening waarmee je betaald.

Spaarrekening: rekening om mee te sparen, hier ontvang je een rentepercentage op. Het geld is vrij opneembaar voor jou als rekeninghouder. 

Depositorekening: een spaarrekening waarbij je afspreekt om je geld voor langere tijd vast te zetten. Alleen met een boete kan je eerder aan je spaargeld komen. Voordeel: hogere spaarrente.  

Opdracht 3.5 maken

Wat: maak opdrachten 3.5 op blz. 36.

Tijd: jullie krijgen hiervoor 7 minuten. 

Hulp?: lees theorie onderaan blz 35.

Ben je klaar: maak opdracht 3.4 op blz. 35. (lees de theorie erboven)

Rekenen met procenten (blz. 36)

Je hebt €80 op spaarrekening staan, je krijgt 1,5% rente. 

STAP 1: Zoek eerst uit wat 100% is.

STAP 2: Reken met deze gegevens uit hoeveel 1% is.

STAP 3: Reken het gevraagde gegeven uit. 

Deel van het geheel (blz. 36)

Je hebt €80 op spaarrekening staan, je krijgt €2 rente. Hoeveel procent is de rente?

                                   

                                                                                                     

                                                                                                    

                                                                                                        

Opgave 3.6

Opdracht maken

Wat: maak opdrachten 3.7 t/m 3.12 op blz. 36 + 37

Tijd: jullie krijgen hiervoor 15 minuten. 

Hulp?: overleg rustig met diegene naast je. Daarna vraag je het aan de docent.

Ben je klaar: maak opdracht 3.13

Huiswerk = 3.4 t/m 3.13