Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Principe: warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht.
Het ' te veel' aan waterdamp condenseert (=wordt water) = neerslag
Lage druk (hier gaat wind naar toe):
lucht stijgt - wolk - koelt af - waterdamp condenseert (wolk) - neerslag
Hoge druk (hier gaat wind weg):
lucht daalt - wordt warmer - waterdamp lost op - droog