2. Karel ende Elegast

1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Feodaliteit is erg belangrijk in Karel ende elegast.
Wat is feodaliteit ook alweer?
A
Ander woord voor standenmaatschappij
B
Het geloof in God
C
Geoorloofde diefstal
D
Het verbond tussen leenheer en leenman

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Vidéo

Waar speelt het getal drie een prominente rol in Karel ende Elegast?

Slide 4 - Diapositive

Hoe reageert Karel op de oproepen van de engel om uit stelen te gaan? 
Karel slaat er geen acht op
Karel besluit te gehoorzamen
Karel is verbluft

Slide 5 - Question de remorquage

Een bevel van God 
mag ik niet negeren
Ik zal dief zijn, al is het een schande

Slide 6 - Diapositive

Hoe zou het met Karel zijn afgelopen als hij geen gehoor had gegeven aan de opdracht van de engel? 

Slide 7 - Diapositive

De keizer zelf staat tegenover God als een leenman tegenover zijn leenheer. Door trouw en volgzaamheid aan Gods bevel laat hij zich leiden, zelfs wanneer het gaat om een opdracht, waarvan doel en inhoud hem raadselachtig blijven.

Slide 8 - Diapositive

Toen sprak de engel weer:
'Als u Gods bevel negeert,
heer koning, dan moet u uw verstand verloren hebben. 
Het zal u uw leven kosten.'

Slide 9 - Diapositive

Lees t/m blz. 17

Slide 10 - Diapositive

Waar komt Karel Elegast tegen?
A
In zijn kasteel
B
In het bos
C
Bij het kasteel van Eggeric
D
Net buiten zijn eigen kasteel

Slide 11 - Quiz

Welke symbolische waarde kan het bos hebben?
A
Een plek om tot inkeer te komen
B
Het onbekende en gevaarlijke
C
Een plek van vrede
D
Magie

Slide 12 - Quiz

Symbolische waarde bos
De zelfbespiegeling blijkt uit dat Karel zodra hij het woud binnenkomt gaat peinzen. Onder andere over Elegast (zie blz. 11).
Het feit dat Karels gedachten (ook) onmiddellijk afdwalen naar de misdaad, hangt samen met het bos als symbool van ongeordendheid (het onbekende en gevaarlijke).

Slide 13 - Diapositive

Lees t/m blz. 20

Slide 14 - Diapositive

Elegast moet stelen om te overleven. Van wie steelt hij?
A
Rijke adel
B
Rijke geestelijken
C
Van Karel
D
Van iedereen een beetje

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Welke naam neem Karel aan als hij aan Elegast zijn naam moet vertellen.
A
Albert
B
Karel
C
Eggeric
D
Adelbrecht

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Hoofsheid
 Hoofsheid, begonnen als gecultiveerde omgangsvormen binnen de adellijke elite, wordt al snel de norm in bredere lagen van de middeleeuwse samenleving: je hoort je medemens met respectvolle gemanierdheid tegemoet te treden, je laat de ander in zijn waarde en plaatst deze niet voor onaangename verrassingen. Je bent wellevend, galant en je beheerst je driften en impulsen, kortom: je bent hoofs.

De literatuur speelt een belangrijke rol in de hoofse cultuur. Het schrijven en voordragen van liederen en gedichten over de liefde geeft blijk van grote beschaving. Luisteren naar ridderverhalen is een geliefd tijdverdrijf van hoofse edelen en al gauw ook van burgers, die zich aan hen spiegelen. In veel van die verhalen laten de helden zien hoe het hoort volgens de hoofse regels, terwijl de schurken zich juist onhoofs gedragen. 

Slide 19 - Diapositive

Karel (als Adelbrecht) zegt ook te stelen. Bij wie steelt hij NIET?
A
Bij zichzelf
B
Bij kerken
C
Bij kloosters
D
Bij kluizenaars

Slide 20 - Quiz

Op welke bladzij zie je een voorbeeld van hoofsheid?
A
blz. 12
B
blz. 14
C
blz. 16
D
blz. 18

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Is er al een vrouw voorgekomen in Karel ende Elegast?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Is Karel ende Elegast dus meer hoofs of voorhoofs?
A
hoofs
B
voorhoofs

Slide 24 - Quiz

Voorhoofse  verhaalkunst
Naar geest en sfeer hoort Karel ende Elegast thuis in de ridderlijk-feodale periode: de beschavingstoestand van de 11e en 12e eeuw.

Populair motief --> overmoed: gedreven door zucht naar roem drijft de ridder zijn moed en dapperheid tot uiterste vormen

Slide 25 - Diapositive

Voorhoofse  verhaalkunst
Het gaat in hoofdzaak om (ridder)trouw, heldendaden, ridders op het slagveld en de vete tegen adellijke rivalen.

Het liefdesmotief dat centraal staat in de hoofse ridderlijke verhaalkunst, speelt geen rol.

Slide 26 - Diapositive

Lees het verhaal uit 

Slide 27 - Diapositive

Hoe zie je de kenmerkende thematiek die bij het genre voorhoofse ridderepiek hoort terug bij Elegast?

Slide 28 - Diapositive

Riddertrouw
Kenmerkende thematiek voorhoofse ridderepiek: riddertrouw.
Elegast heeft de ongenade van de keizer opgelopen. Hij is van land en burcht beroofd en leeft nu als roofridder, een oneervol en gevaarlijk bestaan. Toch heeft Elegast de hoop niet opgegeven om bij de keizer weer in eer en waardigheid hersteld te worden. In zijn hart heeft hij de riddertrouw tegenover zijn heer bewaard (zie blz. 21)

Slide 29 - Diapositive

In hoofse romans worden vrouwen opgehemeld. Is dat in Karel en de Elegast ook het geval?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Waarom gaat Karel onmiddellijk in op het voorstel om te gaan stelen bij Eggerik van Eggermonde? 

Slide 32 - Diapositive


Groot gevaar kan hij bij een inbraak bij zijn eigen zuster niet lopen (zie blz. 22)

Slide 33 - Diapositive

De composite van Karel ende Elegast valt uiteen in vier episodes. Sleep de episodes in de juist volgorde.
Tweegevecht tussen Karel en Elegast
God gebiedt Karel om uit stelen te gaan
Tweegevecht Elegast en Eggerik
De ontdekking van de samenzwering

Slide 34 - Question de remorquage

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Lien

Boekverslag 1 
W26

Slide 38 - Diapositive

Wat is een essay?

Slide 39 - Carte mentale

Essay
Een essay is een tekst waarin informatie wordt gegeven over een bepaald onderwerp, maar bovendien het standpunt van de auteur gepresenteerd wordt.
(Een essay is minder stellig dan een betoog, onderzoekender)

Slide 40 - Diapositive

Essay (>300 woorden)
In welk genre of welke stroming hoort jouw roman thuis? 
Welke elementen en kenmerken uit deze periode vind jij typisch bij het gelezen werk horen? Leg uit dat met citaten en gebeurtenissen uit je boek.
Wat is het thema van het werk? Zit er een boodschap in het verhaal waar jij iets mee kunt?
Kun jij je inleven in de gebeurtenissen, in de gevoelens, gedachtes en gedrag van de personages of juist helemaal niet? Hoe komt dat? Heeft dat met het tijdsbeeld te maken?

Slide 41 - Diapositive

Vrouwbeeld

Slide 42 - Diapositive

Welke rol speelt God in het tweegevecht in het slot?

Slide 43 - Question ouverte

Karel geeft pas bij de derde verschijning van de engel aan de oproep om te gaan stelen gehoor. Pas bij de derde opdracht is het voor hem duidelijk dat God iets bijzonders met hem voorheeft.

Slide 44 - Diapositive