Hoofdstuk 7 paragraaf 5

Hoofdstuk 7 Krachten
Paragraaf 7.5 Krachten in evenwicht
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 7 Krachten
Paragraaf 7.5 Krachten in evenwicht

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Werkwijze les
1) Start Lessonup doornemen

2a) Herhaling (soorten krachten en berekenen zwaartekracht)

2b) Maken hoofdstuk 7 paragraaf 5
                 start bij vraag 53
                       kader: 53, 54, 57, 58 en 59
                       mavo: 55, 56 en 60
                       havo: 61 t/m 64
           



15 minuten

  5 minuten


10 - 15 minuten


Klaar --> Oefenblad formule zwaartekracht + krachtenschaal

Slide 3 - Diapositive

Wat weten we al?
- Deze vier moet je kennen:
          * spierkracht           (Fspier)
          * veerkracht             (Fv  = Fveer)
          * zwaartekracht     (Fz)
          * wrijvingskracht   (Fw = Fwrijving)

- Krachten:
         De eenheid van kracht is N (Newton).
         Formule zwaartekracht                  
         Fz = m x 10                   (massa in kg invullen)
 1 cm komt overeen met 50 N
 Een pijl van 4,3 cm is dan...
 4,3 cm x 50 = 215 N

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen wanneer er evenwicht is.
  • Je kunt uitleggen wat normaalkracht is.
  • Je kunt het effect van de maximale wrijvingskracht toepassen.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Normaalkracht
Normaalkracht: 
         * De draagkracht van de ondergrond.
         * Als er evenwicht is (de ondergrond niet doorzakt), dan is de                                      normaalkracht even groot als de zwaartekracht (Fz).


      

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Krachten in evenwicht
Voorwerpen die stilstaan (of stil hangen): 
- minstens 2 krachten die:
             * even groot zijn;
             * in tegenovergestelde richting.
- wrijvingskracht kan nooit groter zijn;
- spierkracht wel groter dan wrijvingskracht --> beweging (geen evenwicht).

Slide 9 - Diapositive

Werkwijze les
1) Start Lessonup doornemen

2a) Herhaling (soorten krachten en berekenen zwaartekracht)

2b) Maken hoofdstuk 7 paragraaf 5
                 start bij vraag 53
                       kader: 53, 54, 57, 58 en 59
                       mavo: 55, 56 en 60
                       havo: 61 t/m 64
           



15 minuten

  5 minuten


10 - 15 minuten


Klaar --> Oefenblad formule zwaartekracht + krachtenschaal

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Werkwijze les
1) Start Lessonup doornemen

2a) Herhaling (soorten krachten en berekenen zwaartekracht)

2b) Maken hoofdstuk 7 paragraaf 5
                 start bij vraag 53
                       kader: 53, 54, 57, 58 en 59
                       mavo: 55, 56 en 60
                       havo: 61 t/m 64
           



15 minuten

  5 minuten


10 - 15 minuten


Klaar --> Oefenblad formule zwaartekracht + krachtenschaal

Slide 13 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen wanneer er evenwicht is.
  • Je kunt uitleggen wat normaalkracht is.
  • Je kunt het effect van de maximale wrijvingskracht toepassen.

Slide 14 - Diapositive

Wat weten we al?
- Deze vier moet je kennen:
          * spierkracht           (Fspier)
          * veerkracht             (Fv  = Fveer)
          * zwaartekracht     (Fz)
          * wrijvingskracht   (Fw = Fwrijving)

- Krachten:
         De eenheid van kracht is N (Newton).
         Formule zwaartekracht                  
         Fz = m x 10                   (massa in kg invullen)
 1 cm komt overeen met 50 N
 Een pijl van 4,3 cm is dan...
 4,3 cm x 50 = 215 N

Slide 15 - Diapositive

Normaalkracht
Normaalkracht: 
         * De draagkracht van de ondergrond.
         * Als er evenwicht is (de ondergrond niet doorzakt), dan is de                                      normaalkracht even groot als de zwaartekracht (Fz).


      

Slide 16 - Diapositive

Krachten in evenwicht
Voorwerpen die stilstaan (of stil hangen): 
- minstens 2 krachten die:
             * even groot zijn;
             * in tegenovergestelde richting.
- wrijvingskracht kan nooit groter zijn;
- spierkracht wel groter dan wrijvingskracht --> beweging (geen evenwicht).

Slide 17 - Diapositive