7.5 Krachten in evenwicht

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 7 Krachten 

§7.5 Krachten in evenwicht

Herhaling

Test je kennis aan de hand van de volgende vragen.

Een gewichtheffer kijkt zeer ingespannen.
Kun je krachten zien?

1. Ja
2. Nee

Is er maar één soort kracht?

1. Ja, alle krachten zijn hetzelfde.
2. Nee, er zijn meer soorten krachten.
3. Nee, dat hangt van de plaats af.
4. Ja, dat is de spierkracht.

Wat is de eenheid van kracht?

1. Watt
2. Newton
3. Centimeter
4. Newton per kilogram

Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?

1. Grootte
2. Richting
3. Aangrijpingspunt
4. Allemaal even belangrijk.

Welk onderdeel hoort niet bij het tekenen van een kracht?

1. Aangrijpingspunt
2. Lengte van pijl
3. Richting van pijl
4. Dikte van pijl

De kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt
noemen we:

1. Wrijvingskracht
2. Zwaartekracht
3. Magnetische kracht
4. Spankracht

Het zwaartepunt van een voorwerp zit altijd in het midden van het voorwerp

1. waar
2. niet waar

Bereken de zwaartekracht op een glas water
met een massa van 0,3 kg.

1. 3000 N
2. 3,00 N
3. 30,0 N
4. 300 N

Bereken de zwaartekracht op een een stalen balk
met een massa van 375 kilogram.

1. 3750 N
2. 375,0 N
3. 37500 N
4. 37,50 N

Lesdoelen

Je kunt aan het einde van de les:

- uitleggen wanneer er evenwicht is;

- zwaartekracht, spankracht, veerkracht, spierkracht, normaalkracht en wrijvingskracht tekenen;

- het effect van de maximale wrijvingskracht toepassen.

Spankracht

Meisje hangt stil        geen effect van kracht te zien. 

Spankracht

Meisje hangt stil        geen effect van kracht te zien.

De zwaartekracht trekt haar naar beneden.

Het touw rekt een beetje uit en oefent een 

tegenkracht op haar uit. Dit heet de spankracht. 

Spankracht

Meisje hangt stil        geen effect van kracht te zien.

De zwaartekracht trekt haar naar beneden.

Het touw rekt een beetje uit en oefent een 

tegenkracht op haar uit. Dit heet de spankracht.

De spankracht in het touw trekt het meisje naar 

boven en heft het effect van de zwaartekracht op: 

er is evenwicht. Bij twee krachten in evenwicht zijn 

de krachten even groot en tegengesteld gericht. 

Krachten in evenwicht

Twee krachten zijn evengroot en werken in 

de tegenovergestelde richting.

Daardoor gebeurt er niets. 

De zak beweegt niet omhoog

en niet omlaag.

Normaalkracht

De normaalkracht is de tegenkracht die 

het tafelblad loodrecht omhoog uitoefent

op de fruitschaal.

De normaalkracht is even groot als de 

zwaartekracht. Er is evenwicht, dus de 

fruitschaal komt niet in beweging.

F​n​​

F_normaal is gelijk aan 

F_{zwaartekracht}

F_normaal is gelijk aan 

F_{zwaartekracht}

F_normaal is kleiner dan F_{zwaartekracht}

_{Nijlpaard zakt door plank}

De wrijvingskracht is hiernaast even groot als de spierkracht .

Het resultaat van de krachten is 0.

Ofwel: de auto komt niet in beweging.

Spierkracht is groter geworden.

Wrijvingskracht is ook groter geworden.

Het resultaat van de krachten is 0.

Auto komt niet in beweging.

Spierkracht is groter geworden dan de maximale wrijvingskracht.

 

Er is geen evenwicht meer en de auto komt in beweging.

Aan de slag

Lezen: § 7.5 Krachten in evenwicht

Maken:

VMBO-T: opdracht 53 t/m 60

Havo: opdracht 53 t/m 64

Klaar? Nakijken en verbeteren

Toets H7 maandag 22 april