2.2 - Voedselrelaties (BB4)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

Thema 2 - Ecologie

Thema 2 - Ecologie

2.1 - Organismen en hun leefomgeving

2.2 - Voedselrelaties

2.3 - Aanpassingen bij dieren

2.4 - Aanpassingen bij planten

2.1 - Organismen en hun leefomgeving

Herhaling

Wat is een biotische factor?

1. Alle levenloze natuur (de zon, water, etc.)
2. Alle levende natuur (de zon, water, etc.)
3. Alle levenloze natuur (voedsel, soortgenoten)
4. Alle levende natuur (voedsel, soortgenoten)

Wat is een abiotische factor?

1. insecten
2. boom
3. ziekteverwerker
4. water

Wat is een ecosysteem?

1. Biotische factoren in een bepaald gebied
2. A-Biotische factoren in een bepaald gebied
3. Biotische en A-biotische factoren in een bepaald gebied
4. Geen factoren in een bepaald gebied

wat zijn biotische factoren?

1. invloeden die afkomstig zijn van organismen
2. invloeden die afkomstig zijn van de levenloze natuur

Een populatie is....

1. een groep organismen van hetzelfde soort.
2. groep organismen van verschillende soorten in een bepaald gebied.
3. een groep organismen van hetzelfde soort in een begrensd gebied.
4. een individu van één soort.

2.2 - Voedselrelaties

Doelen van deze les

Je kan uitleggen wat producenten, consumenten  en reducenten zijn

Je kan een voedselketen maken met informatie over een gebied

Eten en gegeten worden

Alle levende natuur is voedsel of eet andere organismen

Producenten -> Planten

Consumenten -> Dieren

Reducenten -> Bacteriën en schimmels

Producenten

Producent:

Een plant is een producent, omdat het zelf zijn voedsel kan maken ( fotosynthese) . 

Consumenten

Consument:

Een dier is een consument, het eet andere dieren of planten om energie te krijgen

Het consumeert (=gebruiken)

Reducenten

Reducent:

Een insect of bacterie die dode resten opeet en afbreekt tot mineralen

Ze reduceren (=verminderen, kleiner maken)

Voedselkringloop

• Producent
• Consument
• Reducent
  

Voedselketen

               

                 producenten   -->     consument    -->     consument

Wie eet wat?

Planteters - Eten alleen planten

Vleeseters - Eten alleen dieren

Alleseters - Eten zowel planten als dieren

Vragen?

Aan het werk

Maken: overige opdrachten 2.2 (10+11)

Lezen: 2.3