M1H2 - Vraag en aanbod

• Economie
• Secundair onderwijs

               M1H2 - Vraag en aanbod

Intro - filmpje - nabespreking

Je krijgt 10 euro zakgeld. Wat zou je ermee doen?

Wanneer ik iets koop in de winkel vind ik de prijs belangrijk.

-1100

Ik laat me vaak leiden door reclamecampagnes.

-2100

Wat versta je onder het begrip 'markt'?
Zoek een foto op het internet
en voeg deze toe.

Wat is een markt?

Een plaats waar kopers en verkopers elkaar ontmoeten.

=> Verschillende soorten (vb. markt op dinsdag in Londerzeel, oliemarkt, jaarmarkt, automarkt...)

In het fragment kwamen enkele belangrijke begrippen aan bod. Combineer de synoniemen met elkaar door de woorden te slepen.

KOPER

VERKOPER

Consument

producent

Vrager

aanbieder

Vraag naar een product
=> Gaat uit van de koper ( = consument, vrager)

Aanbod van een product
=> Gaat uit van de verkoper ( = producent, aanbieder)

In de media start een grote reclamecampagne voor appels. Dit zorgt voor een verandering in

1. de vraag naar appels
2. het aanbod van appels

Door het regenachtige zomerweer is een deel van de oogst mislukt. Dit heeft invloed op

1. de vraag
2. het aanbod

Duid de juiste uitspraak aan.

1. De aanbieders willen een zo laag mogelijke prijs.
2. De aanbieders willen een zo hoog mogelijke prijs.

Het aanbod van schoenen is groter dan de vraag naar schoenen. De prijs zal dus

1. stijgen
2. dalen

De vraag naar schoenen is groter dan het aanbod. De prijs zal dus

1. stijgen
2. dalen

Wat is de invloed op de prijs?
Vraag > aanbod => De prijs zal stijgen.

Aanbod > vraag = > De prijs zal dalen.

Heb je nog vragen over het videofragment?
Stel ze hier!