introductie LWP

• Afpg-e
• MBO
• Studiejaar 2

LWP AFPG-E

afronding AFPG

= start van het klinisch redeneren als verpleegkundige

AFPG-A+B+C+D= E

Klinisch redeneren: de vaardigheid om eigen observaties (wat zie/ruik/voel/hoor je) en interpretaties (wat denk je) te koppelen aan medische kennis (anatomie, fysiologie en pathologie)

Kun je verbanden leggen? Welk orgaan heeft waarmee te maken? Wat als het ene orgaan in het orgaansysteem niet goed werkt, wat doet dat met andere organen.

Als je kennis hebt dan wordt het klinisch redeneren gemakkelijker. Daarom ga je aan de slag met deze LWP

wat wordt er van je verwacht?

- Opdracht Notitieboekje

- Werkstuk

- Infografic

- Medische termen

- Toets medische termen

2. Presentatie

Tijdens deze periode ga je een presentatie geven van een ziektebeeld dat op jouw afdeling voorkomt. Je mag het ziektebeeld zelf uitkiezen.

Vul het hele format (zie bijlage 1) in en geef ook aan wat het betekent voor de zorgvrager en de verpleegkundige. Zoek informatie over het ziektebeeld waarbij je let of het betrouwbare bronnen zijn. Tijdens de presentatie geef je ook aan welke bronnen je hebt gebruikt.

Ook observeer op de afdeling welke symptomen de zorgvrager heeft en welke zorg de verpleegkundigen bieden. Ook deze informatie voeg je aan de presentatie toe. (presentatie max 5 tot 7 minuten)

3. Werkstuk organen

Maak over 3 organen een werkstuk. Beschrijf hierin bij welk orgaanstelsel dit orgaan hoort, geef aan wat de bouw, ligging en functie van het orgaan is. Ook beschrijf je 2 symptomen (dus geen ziektes!) die vanuit dit orgaan kunnen ontstaan. Hierbij leg je uit hoe deze symptomen kunnen ontstaan.

Dit werkstuk maak je volgens de regels van het maken van een werkstuk. Het werkstuk bestaat uit: voorblad, inhoudsopgave, de kern / inhoud, conclusie, literatuurlijst.

Ook hier let je goed op de betrouwbaarheid van de bronnen.

Het werkstuk bestaat uit maximaal 8 pagina’s (voorblad en eventuele bijlagen niet meegerekend).

Als je het werkstuk klaar hebt maak je er een PDF bestand van en stuur je dat naar de docent.

4. Infographic

Een infographic of informatieve illustratie geeft een informatieve weergave van een onderwerp met een combinatie van tekst en beeld.

Deze infographic bevat een samenvatting van de anatomie en fysiologie van een orgaanstelsel. 

Op het einde van de periode maak je hiervan een PDF bestand en stuur je deze samen met het werkstuk naar de docent.

Als bijlage (bijlage 3) zijn voorbeelden van infographics toegevoegd.

De infographic moet voldoen aan onderstaande criteria (zie LWP)

5. medische termen

Tijdens de presentatie gebruik je medische terminologie. In deze LWP is daarom ook een Mega Woordenlijst Anatomie (zie bijlage 4) toegevoegd waarvan je de betekenis gaat opzoeken. 

Op het einde van deze periode krijg je hier een toets over.

Op de website Quizlet kun je de antwoorden vinden.

Ga naar de Megawoordenlijst ANATOMIE: https://bit.ly/medtermanatomie

Ook kun je hier de woorden oefenen voor de toets.

Samenvattend:

1. Notitieboekje : in week 3 en 4 de korte presentaties aan de klas

2. Presentatie: in week 5, 6, 7 en 8 de presentaties van de ziektebeelden

3. Werkstuk (in week 8 inleveren bij docent)

4. Infographic (in week 8 inleveren bij docent)

5. Toets Mega Woordenlijst AFP in de balansweek

Intramuraal =

SEH =

Endotracheale intubatie =

Lokale anesthesie = 

Spinale pijnbestrijding =

Verkoeverkamer =

Arterie radialis = 

Intramuraal = zorg gegeven binnen de muren van een instelling met verblijf

SEH = Spoed eisende hulp

Endotracheale intubatie = aanbrengen van een beademingsbuis in de luchtpijp

Lokale anesthesie = plaatselijke verdoving

Spinale pijnbestrijding = pijnbestrijding in wervelkanaal via een ruggenprik

Verkoeverkamer = uitslaapkamer

Arterie radialis = spaakbeenslagader of polsslagader

Ausculatatie = 

ERCP = 

Rhinoscoop = 

Hematogene metastasering = 

Sarcomen = 

Hemihepatectomie = 

Melaena = 

Atelectase = 

Ausculatatie = beluisteren van lichaamsgeluiden

ERCP = Endoscopisch Retrograde Cholangio- en Pancreaticografie = kijkonderzoek van de galwegen en de afvoergang van de alvleesklier

Rhinoscopie = kijkonderzoek in de neus

Hematogene metastasering = uitzaaiingen van kanker via het bloed

Sarcomen = kwaadaardige tumoren in de weke delen

Hemihepatectomie = halfzijdige verwijdering van de lever

Melaena = zwarte, kleverige teerontlasting, teken van oud bloed

Atelectase = een samengevallen long

Histologisch onderzoek = 

Percutane coronaire interventie (PCI) = 

Varices = 

Abdominale uterusextirpatie = 

Poortwachterklier = 

Transurethrale resectie prostaat (TURP) = 

Fascitis necroticans = 

Histologisch onderzoek = onderzoek op cel/weefselniveau

Percutane coronaire interventie (PCI) = dotterbehandeling

Varices = spataderen

Abdominale uterusextirpatie = verwijderen van de baarmoeder via de buik

Poortwachterklier = eerste lymfeklier waar kankercellen in aanwezig kunnen zijn

Transurethrale resectie prostaat (TURP) = verwijderen van de prostaat via de plasbuis

Fascitis necroticans = onderhuidse bacteriële infectie met weefselvernietiging ten gevolg