3TL - Lektion 3 (Woche 10)
1 / 29
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Vertaal: de brug
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal: vroeg
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal: de trein (2)
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal: dichtsbijzijnde, volgende
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal: rechtdoor
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal: de metro
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal: het stoplicht
Slide 12 - Question ouverte
Vertaal: afslaan
Slide 13 - Question ouverte
Vertaal: de dorpen
Slide 14 - Question ouverte
Vertaal: geweten
Slide 15 - Question ouverte
Verbind de juiste vertalingen met elkaar
radeln
aufbrechen
überqueren
der Fahrplan
gerade
der Stau
Op dit moment
fietsen
oversteken
de file
de dienstregeling
vertrekken
Slide 16 - Question de remorquage
Vertaal: die Miete
Slide 17 - Question ouverte
Vertaal: das Schloss (2)
Slide 18 - Question ouverte
Vertaal: jede Menge
Slide 19 - Question ouverte
Vertaal: umsonst
Slide 20 - Question ouverte
Vertaal: sich entscheiden für
Slide 21 - Question ouverte
Vertaal: (wist) der Mann _____ nicht was passiert war
Slide 22 - Question ouverte
Vertaal: (moest) Peter Pfannkuchen _____ in Groningen auftreten
Slide 23 - Question ouverte
Vertaal: (kon) Du ________ kein Ticket mehr für Coldplay kaufen?
Slide 24 - Question ouverte
Vertaal: (wilde) Tina ________ kein Brot als Abendessen
Slide 25 - Question ouverte
Vertaal: (wisten) Ihr _______ nichts davon? Komisch!
Slide 26 - Question ouverte
Vertaal: (mocht) Ich _______ die Prüfung später schreiben
Slide 27 - Question ouverte
Vertaal: (moest) Frau Jannsen, _______ Sie nicht etwas herunterladen?
