OM p5 les 2 conflicthantering

Conflicten
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
OmgangskundeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Conflicten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:

* Kun je het verschil benoemen tussen een ruzie en een conflict
* Kun je verschillende conflictmechanismen opnoemen
* En weet je welk conflictmechanisme jij hebt

Slide 3 - Diapositive

Maak je wel eens bewust ruzie?
Ja
Nee

Slide 4 - Sondage

Ruzie en een conflict zijn hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen een ruzie en een conflict?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Conflict
= meningsverschil

een situatie waarin één of meerdere mensen tegengestelde opvattingen, belangen of behoeften hebben


Slide 8 - Diapositive

Ruzie
Een uit de hand gelopen conflict.

Bij ruzie zijn mensen kwaad.

Slide 9 - Diapositive

Conflictmechanismen
= gedrag op een conflict
1. Niet ingaan op de kritiek (je wilt het niet horen )
2. Een tegenstelling tegenover de kritiek zetten (waardoor het probleem groter wordt)
3. Op de persoon spelen (iemand persoonlijk aanvallen)
4. Weglopen, het probleem nadrukkelijk negeren
5. Koude Oorlog, de communicatie met de andere persoon verbreken.

Slide 10 - Diapositive

Oorzaken conflicten
- psychische factoren; emoties (angst, onmacht, onzekerheid, frustratie, ergernis)
- sociale factoren; maatschappelijke problemen (werkloos zijn, 
behandeling willen maar geen geld hebben)
- fysieke factoren; ziek zijn, pijn hebben
- culturele factoren; normen en waarden (onbegrip, onzekerheid leiden, ander ziektebesef)


Slide 11 - Diapositive

Soorten conflicten
Inhoudelijk conflict - inhoud werk
Voorbeeld: meningsverschil over regels
Belangen conflict - jouw belang komt niet overeen met belang van de ander
Voorbeeld: hoogte van je salaris
Sociaal-emotioneel conflict - gevoelens en emoties
Voorbeeld: 'meeliften' in een groepsopdracht van je klasgenoot

Slide 12 - Diapositive

Een docent heeft een verschil van mening met collega's over het gebruik van mobieltjes.
A
Belangenconflict
B
Inhoudelijk conflict
C
Sociaal-emotioneel conflict

Slide 13 - Quiz

Bij welk type conflict staan gevoelens en emoties centraal?
A
Belangenconflict
B
Inhoudelijk conflict
C
Sociaal emotioneel conflict

Slide 14 - Quiz

Conflicthanteringsstijlen

Slide 15 - Diapositive

Conflicthanteringsstijlen
Veel mensen hebben moeite met conflicten

Sommige mensen houden van conflicten

Conflicthanteringsstijl is een bepaalde manier van omgaan met een conflict. Deze stijl past bij die persoon. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Vidéo

Conflicthanteringsstijlen


Wat is effectief?

Slide 20 - Diapositive

Niet effectief

Forceren en vechten



Ontlopen en vermijden

Aanpassen en toegeven





Effectief

Samenwerken en oplossen

Onderhandelen en een compromis zoeken





Slide 21 - Diapositive

Opdracht
Stel er is nog 1 gebakje die jij en je vriend(in) allebei willen.
Bedenk in groepjes van 4 wat er gebeurt bij de volgende conflicthanteringsstijlen:
Doordrukken:
Aanpassen:
Compromis:
Samenwerken
Vermijden: 

Slide 22 - Diapositive

Antwoord
Doordrukken: het is mijn gebakje
Aanpassen: jij mag het gebakje hebben
Compromis: we nemen allebei de helft
Samenwerken: waarom is dat gebakje belangrijk voor jou?
Vermijden: welke taart?

Slide 23 - Diapositive

Conflict oplossen in 3 stappen
  1. Probeer elkaars behoeften duidelijk te krijgen: actief luisteren en ik-boodschappen gebruiken
  2. Bedenk samen oplossingen, maak hier duidelijke afspraken over
  3. Ga samen na of de afspraken werken

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive