Verkoopcijfers H1 BOL

Verkoopcijfers
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
VerkoopcijfersMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Verkoopcijfers

Slide 1 - Diapositive

Planning

  • Corona: hoe gaat het met jullie? 
  • Planning voor verkoopcijfers
  • Toets H1 + H2 
  • Vragen? 

Slide 2 - Diapositive

Datum
Online/fysiek
Inhoud les 
6 januari '21
Online
H1: 
Herhaling
Oefensommen
13 januari'21
Online
H2: 
Herhaling
Oefensommen
20 januari'21
x
Geen les
27 januari'21
Fysiek
Keuzedelenweek
3 februari '21
Fysiek
Toets H1 + H2

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen voor vandaag
Na deze les.. 
  • Kan je foutloos btw berekenen
  • Kan je alle rijtjes dromen: van omzet tot aan nettowinst 
  • Kan je een advies geven over het maken van investeringen

Slide 4 - Diapositive

Hoe bereken je de nettowinst?

Slide 5 - Diapositive

Omzet 
IWO                     - 
Brutowinst 
Bedrijfskosten   -
Nettowinst 
Hoe bereken je de nettowinst? 
Verkoopprijs 
Inkoopprijs           -
Brutowinst
Bedrijfskosten     -  
Nettowinst 

Slide 6 - Diapositive

Is de omzet inclusief of exclusief BTW?
A
Inclusief BTW
B
Exclusief BTW

Slide 7 - Quiz

Omzet 
Inkoopwaarde van de omzet          - 
Brutowinst 
Bedrijfskosten                                     -
Nettowinst 
Hoe bereken je de nettowinst? 

Slide 8 - Diapositive

a. Bereken de omzet


Slide 9 - Question ouverte

  • Consumentenprijs  = incl. btw 
  • 121%
  • Consumentenomzet = afzet x consumentenprijs 
  •                                          = 541 stuks x €129,95
  •                                          = €70.302,95

Slide 10 - Diapositive

€70.302,95
%
121

Slide 11 - Diapositive

58.103,40
%
121
100

Slide 12 - Diapositive

€70.302,95
581,016116
58.101,61
%
121
1
100

Slide 13 - Diapositive

€70.302,95
%
121
1
100

Slide 14 - Diapositive

€70.302,95
%
121
1
100

Slide 15 - Diapositive

Omzet 
Inkoopwaarde van de omzet          - 
Brutowinst 
Bedrijfskosten                                     -
Nettowinst 
Hoe bereken je de nettowinst? 

Slide 16 - Diapositive

b. Wat is de brutowinst?

Slide 17 - Question ouverte

  • Formule brutowinst 
  • Brutowinst = omzet - inkoopwaarde van de omzet
  • Omzet = €58.101,61
  • IWO = afzet x inkoopprijs per stuk
  • IWO = 541 stuks x €65,- 
  • IWO = €35.165 

Slide 18 - Diapositive

  • Omzet = €58.101,61
  • IWO = €35.165 
  • Brutowinst = omzet - inkoopwaarde van de omzet
  • Brutowinst = €58.101,61 - €35.165
  • Brutowinst = €22.936,61

Slide 19 - Diapositive

Omzet 
Inkoopwaarde van de omzet          - 
Brutowinst 
Bedrijfskosten                                     -
Nettowinst 
Hoe bereken je de nettowinst? 

Slide 20 - Diapositive

Bedrijfskosten

Slide 21 - Carte mentale

Omzet 
Inkoopwaarde van de omzet          - 
Brutowinst 
Bedrijfskosten                                     -
Nettowinst 
Hoe bereken je de nettowinst? 

Slide 22 - Diapositive

Een groentewinkel heeft over het afgelopen jaar de volgende gegevens:
Omzet € 845.000,-
IWO € 618.000,-
Personeelskosten € 105.000,-
Huisvestingskosten € 42.000,-
Promotiekosten € 12.000,-
Overige kosten € 75.000,-
a) Bereken de nettowinst voor deze groentezaak

Slide 23 - Question ouverte

Een groentewinkel heeft over het afgelopen jaar de volgende gegevens:
Omzet € 845.000,-
IWO € 618.000,-
Personeelskosten € 105.000,-
Huisvestingskosten € 42.000,-
Promotiekosten € 12.000,-
Overige kosten € 75.000,-

a) Bereken de nettowinst voor deze groentezaak
Omzet 
IWO                      - 
Brutowinst 
Bedrijfskosten   - 
Nettowinst 
€ 845.000,- 
€ 618.000,-        -
€ 227.000.-

Slide 24 - Diapositive

Een groentewinkel heeft over het afgelopen jaar de volgende gegevens:
Omzet € 845.000,-
IWO € 618.000,-
Personeelskosten € 105.000,-
Huisvestingskosten € 42.000,-
Promotiekosten € 12.000,-
Overige kosten € 75.000,-

a) Bereken de nettowinst voor deze groentezaak
Omzet 
IWO                      - 
Brutowinst 
Bedrijfskosten   - 
Nettowinst 
€ 845.000,- 
€ 618.000,-        -
€ 227.000.-
€ 234.000,-        - 
-  €  7.000,-

Slide 25 - Diapositive

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

Slide 26 - Question ouverte

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

Omzet stijging: €845.000 x 1,08 = €912.600

Slide 27 - Diapositive

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

Omzet stijging: €845.000 x 1,08 = €912.600,- 
Omzet 
€845.000
%
100%

Slide 28 - Diapositive

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

Omzet stijging: €845.000 x 1,08 = €912.600,- 
Omzet 
€845.000
%
100%
108%

Slide 29 - Diapositive

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

Omzet stijging: €845.000 x 1,08 = €912.600,- 
Omzet 
€845.000
%
100%
1%
108%

Slide 30 - Diapositive

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

Omzet stijging: €845.000 x 1,08 = €912.600,- 
Omzet 
€845.000
%
100%
1%
108%
  • €845.000 : 100% = €8450

Slide 31 - Diapositive

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

Omzet stijging: €845.000 x 1,08 = €912.600,- 
Omzet 
€845.000
€8450
%
100%
1%
108%
  • €8450 x 108% = €912.600,-

Slide 32 - Diapositive

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

Omzet stijging: €845.000 x 1,08 = €912.600,- 
Omzet 
€845.000
€8450
€912.600
%
100%
1%
108%
  • €8450 x 108% = €912.600,-

Slide 33 - Diapositive

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

  • Omzet stijging: €845.000 x 1,08 = €912.600,- 
  • IWO stijging: €618.000 x 1,09 = €673.620,-

Slide 34 - Diapositive

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

  • Omzet stijging: €845.000 x 1,08 = €912.600,- 
  • IWO stijging: €618.000 x 1,09 = €673.620,-
IWO
€ 618.000
€6.180
€673.620
%
100%
1%
109%

Slide 35 - Diapositive

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

  • Omzet stijging: €845.000 x 1,08 = €912.600,- 
  • IWO stijging: €618.000 x 1,09 = €673.620,-
  • Bedrijfskosten stijging: €234.000 + €10.000 = €244.000

Slide 36 - Diapositive

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

Omzet
IWO                       -
Brutowinst
Bedrijfskosten    -
Nettowinst

Slide 37 - Diapositive

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

Omzet
IWO                       -
Brutowinst
Bedrijfskosten    -
Nettowinst
€912.600,-
€673.620,-      - 
€238.980,-
€244.000,-      - 
- € 5.020,-

Slide 38 - Diapositive

Het jaar erna besluit de ondernemer om extra te gaan adverteren om het resultaat te verbeteren. De omzet stijgt hierdoor met 8%. De IWO stijgt met 9%. De promotiekosten stijgen met €10.000. De overige kosten blijven gelijk.
b) Bereken of de ondernemer de juiste keuze gemaakt heeft door meer te gaan adverteren.

  • Nettowinst voor promotie = - €7.000,-
  • Nettowinst na promotie = - €5.020,- 
  • Antwoord: Ja, hij heeft de juiste keuze gemaakt. Hij draait nog steeds verlies, maar wel minder verlies dan voor de extra advertenties.

Slide 39 - Diapositive

BTW 

Slide 40 - Diapositive

BTW
  • Tarieven btw: 
  • Nultarief 
  • Laag tarief
  • Hoog tarief 

Slide 41 - Diapositive

BTW
  • Tarieven btw: 
  • Nultarief 
  • Laag tarief
  • Hoog tarief 
  • Verkoopprijs/omzet 
  • = excl. btw
  • Consumentenprijs/
  • consumentenomzet 
  • = incl. btw

Slide 42 - Diapositive

BTW
Tarieven btw: 
Nultarief 
Laag tarief
Hoog tarief 
Verkoopprijs/omzet 
= excl. btw
Consumentenprijs/
consumentenomzet 
= incl. btw
Wanneer je met BTW rekent, is het bedrag exclusief BTW altijd 100%

Slide 43 - Diapositive

Een artikel wordt in de winkel verkocht voor een consumentenprijs van € 19,95. De btw is het hoge tarief.
Bereken hoeveel btw de klant betaald voor dit artikel.

Slide 44 - Question ouverte

Een artikel wordt in de winkel verkocht voor een consumentenprijs van € 19,95. De btw is het hoge tarief.
Bereken hoeveel btw de klant betaald voor dit artikel.
  • Consumentenprijs = incl. BTW = 121%
  • Hoeveel btw heeft de klant betaald?  

Slide 45 - Diapositive

Een artikel wordt in de winkel verkocht voor een consumentenprijs van € 19,95. De btw is het hoge tarief.
Bereken hoeveel btw de klant betaald voor dit artikel.
  • Consumentenprijs = incl. BTW = 121%
  • Hoeveel btw heeft de klant betaald?  
19,95
%
121
21

Slide 46 - Diapositive

Een artikel wordt in de winkel verkocht voor een consumentenprijs van € 19,95. De btw is het hoge tarief.
Bereken hoeveel btw de klant betaald voor dit artikel.
  • Consumentenprijs = incl. BTW = 121%
  • Hoeveel btw heeft de klant betaald?  
19,95
0,1995
%
121
1
21

Slide 47 - Diapositive

Een artikel wordt in de winkel verkocht voor een consumentenprijs van € 19,95. De btw is het hoge tarief.
Bereken hoeveel btw de klant betaald voor dit artikel.
  • Consumentenprijs = incl. BTW = 121%
  • Hoeveel btw heeft de klant betaald?  
19,95
0,1648..
3,46
%
121
1
21

Slide 48 - Diapositive

Zijn er nog vragen? 

Slide 49 - Diapositive

Zijn er nog vragen? 
Huiswerk voor volgende week: 
Lezen hoofdstuk 2

Slide 50 - Diapositive