Les 2 - Maak kennis

• Begeleiden en coachen
• MBO
• Studiejaar 2

Les 2 - Maak kennis

Lesplanning

Week 1: Algemeen een gesprek voeren

Week 2: Maak kennis

Week 3: Motivational interviewing

Week 4: Oefenen met gesprekken

Week 5: Oefenen met gesprekken

Week 6: Oefenen met gesprekken

Leerdoelen cursus

• De student kan een voedingsanamnese uitvoeren;
  
• De student beheerst het stellen van diverse vragen om correcte en volledige informatie in te winnen;
  
• De student houdt rekening met de situatie en gevoelens van de gesprekspartner;
  
• De student kan een vast format voor voedingsanamnese hanteren en volledig invullen;
  
• De student kan een adviesgesprek voeren;
  
• De student weet hoe een gedragsverandering bereikt kan worden;
  
• De student (her)kent de de fasen van gedragsverandering;
  
•  De student kan onderzoeken in welke fase van gedragsverandering iemand zich bevindt;
  
• De student kan iemand begeleiden naar de volgende fase(n) door de juiste interventie toe te passen;
  
• De student kan diverse motivatietechnieken inzetten (motivational interviewing);
  
• De student kan een motivatiegesprek voeren;
  
• De student kent diverse evaluatietechnieken;
  
• De student kan een evaluatiegesprek voeren.

Leerdoelen vandaag

Jij: 

• kan het nut van een social talk benoemen en deze uitvoeren; 
• kan oordelen welke persoonlijke gegevens van toepassing
  zijn in een bepaalde situatie;
• kunt vragen stellen die helpen om de hulpvraag te formuleren;
• kunt de hulpvraag vaststellen en formuleren d.m.v. de 5x waarom-methode;
• weet hoe een gedragsverandering bereikt kan worden;
  
• (her)kent de de fasen van gedragsverandering;
  
• kan onderzoeken in welke fase van gedragsverandering iemand zich bevindt. 

Uit welke onderdelen bestaat de intake?

Wat is het belang van het beoordelen van de situatie o.b.v. pluis of niet pluis?

Noem 3 succesfactoren voor een anamnese

Vandaag

• Social talk
• Persoonlijke gegevens verzamelen
• Hulpvraag formuleren
• Fase van gedragsverandering
• Verwachtingen en wensen 

Hoe stel je iemand op zijn gemak?

Hoe heet je iemand welkom? 

• Hoe geef je een hand? 
• Maak oogcontact
• Kom zelfverzekerd over

• Naam en functie
  
• Social talk
  
• Tijdsduur
  
• Werkwijze
  
• Doel

Let op je non-verbale en verbale communicatie. Neem een open houding aan. Toon respect. 

• Afhankelijk van de situatie kan een kortere of langere aanloop gewenst zijn voordat je ter zake komt. 

Welke persoonlijke gegevens zijn belangrijk om te weten?

https://nutritionalassessment.nl/wp-content/uploads/2019/05/NAP-SOP-lengtemeting-.pdf

Hulpvraag formuleren

Laat de klant aangeven wat de reden is van het bezoek. 

• Wiens initiatief was het voor het bezoek?
• Hoe is de beleving van de klachten?
• Inzicht relatie tussen leefstijlfactoren en klachten
• Inzicht relatie tussen klachten en voeding;
• Emoties;
• Verwachtingen/wensen m.b.t. het hulpaanbod
• Eerdere dieetervaringen

                        Beslis of je verder gaat met behandelen (denk aan de screening)

Hoe gaat dat in de praktijk?

Formuleer de hulpvraag van casus 1. Gebruik hierbij de 5x waarom methode.

Stel de hulpvraag vast

Casus:

Meneer heeft buikklachten en ligt in het ziekenhuis. Hij gaat over twee dagen naar huis. Er staat dat hij vezelverrijkte voeding moet binnen krijgen. 

• Bedenk een aantal vragen die je wilt stellen om de hulpvraag te verduidelijken.
• Stel de vragen aan de klant. 
• Formuleer de hulpvraag op papier.

Docent speelt de cliënt. Je leeft je in de volgende gegevens in:

1. Kennis/inzicht relatie tussen ziektebeeld en dieet: je hebt geen idee wat de relatie is tussen voeding en buikklachten. 
   
   
2. Houding: wilt graag van de buikklachten af
   
   
3. Persoonlijke effectiviteit: de buikklachten zijn erg vervelend en je wilt daar graag aan werken. Als je maar informatie krijgt over hoe je het moet aanpakken. 
   
   
4. Emoties: niet van toepassing.

 

Wat is het belang van een duidelijk geformuleerde hulpvraag?

Gedragsverandering

Opdracht

• Lees de informatie goed door klik hier!
• Maak een samenvatting
• Maak een tabel met de verschillende
  fases van gedragsverandering

Welke fase van gedragsverandering?

Casus:

Mevrouw met knieklachten komt bij jou. Reden van bezoek is overgewicht. Haar vraag is hulp bij afvallen. 

• Bedenk 5 vragen om de fase van gedragsverandering in kaart te brengen. 
• Stel de vragen aan de klant.
• Schrijf een conclusie in welke fase van gedragsverandering de klant zit. Onderbouw dit! 

Docent speelt de cliënt. Je leeft je in de volgende gegevens in:

1. Kennis/inzicht relatie tussen ziektebeeld en dieet: je begrijpt dat knieklachten kunnen optreden bij een te hoog gewicht, maar hebt verder geen last van het gewicht. 
2. Houding: je vindt eten lekker. Gezondheid, daar denk je niet zo over na. Je wilt wel graag van de knieklachten af. Je bent een beetje gespannen voor dit bezoek. 
3. Persoonlijke effectiviteit: je hebt nooit eerder een dieet gevolgd, maar bent wel bereid om de voeding aan te passen als je maar wat informatie krijgt. |
   
   
4. Emoties: niet van toepassing. 

Geef een korte samenvatting van deze les

Welke vragen heb jij nog t.o.v. deze les?