Thema 6 - basisstof 4

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, havoLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Thema 6 Zintuigen

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:

  1. Je kunt de werking van de pupilreflex uitleggen;
  2. Je kunt uitleggen hoe het accomoderen van het oog werkt;
  3. Je kunt de werking van het netvlies uitleggen.
Vandaag:

  • Herhalen basisstof 1 t/m 4
  • Uitleg basisstof 5 (interactief)
  • Zelfstandig werken

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk bespreken
18, 19, 21, 24

Slide 4 - Diapositive

Wat is de juiste volgorde?
Zintuig
Impuls
Hersenen
Prikkel

Slide 5 - Question de remorquage

Motivatie
Gewenning
Kleren voel je na een tijdje niet meer op je huid
In een drukke kamer naar een vriend luisteren
Een warme kamer voelt na een tijdje niet meer warm. 

Slide 6 - Question de remorquage

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
gele vlek
oogzenuw
lens

Slide 7 - Question de remorquage

In welke volgorde gaat licht door het oog, voordat het op het netvlies valt?
timer
0:25
1
2
3
4
Glasachtig lichaam
Hoornvlies
Lens
Pupil

Slide 8 - Question de remorquage

Pupilreflex
overdag
's nachts

Slide 9 - Question de remorquage

Kringspieren rondom lens:
Openingen in kringspieren:
Lensbandjes zijn:
De lenzen zijn:
De ogen zijn:
Zien veraf
Zien dichtbij
ontspannen
samengetrokken
Groot
Klein
minder strak gespannen
Strak gespannen
plat
boller
in ruststoestand
geaccommodeerd

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive



Adequate prikkel 

De prikkel waar een zintuig het meest gevoelig voor is.

 

Gezichtzintuigcellen zijn gevoelig voor licht

Gehoorzintuigcellen voor geluid

Geurzintuigcellen voor geur

Slide 14 - Diapositive


Drempelwaarde

Als een prikkel te zwak is --> geen impuls


Als een prikkel sterk genoeg is --> wel impuls

Slide 15 - Diapositive



Gewenning 

Zintuigcellen ontvangen lange tijd dezelfde prikkel


= minder impulsen



Bijv:  druk van kleding dragen, geluiden van verkeer

Slide 16 - Diapositive



Motivatie 

Ben je heel aandachtig aan het luisteren


= lagere drempelwaarde geluid


Impuls wordt sneller herkent en verwerkt



Slide 17 - Diapositive

De huid

Slide 18 - Diapositive

Reukzintuig

Slide 19 - Diapositive

Smaakzintuig

Slide 20 - Diapositive

Oog
Traanvocht:
1. Voorkomt uitdroging
2. Doodt ziekteverwekkers
3. Neemt stof en vuiltjes op

Slide 21 - Diapositive

Oog

Slide 22 - Diapositive

Oog

Slide 23 - Diapositive

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 24 - Question de remorquage

De buitenste laag van je oog heet
A
Vaatvlies
B
Harde oogvlies
C
Netvlies
D
Pupil

Slide 25 - Quiz

Nummer 2 is
A
de lens
B
de pupil
C
het harde oogvlies
D
het hoornvlies

Slide 26 - Quiz

Pupilreflex

Slide 27 - Diapositive

Pupilreflex

Slide 28 - Diapositive


Straalsgewijs
                  Kring
Straalsgewijs
Kring

Slide 29 - Diapositive

Hoe noem je het groter en kleiner worden van de pupil? (dit gaat vanzelf)
A
Oogreflex
B
Pupilreflex
C
Accomoderen
D
Accomodatiereflex

Slide 30 - Quiz

Scherpstellen
  1. kringspier
  2. lensbandjes
  3. lens
(accomoderen)

Slide 31 - Diapositive

Accomoderen
Het platter en boller maken van de ooglens wordt accomoderen genoemd.

 Accomoderen gebeurt door de kringspier, accomodatiespier.

Als je dichtbij kijk is de lens bol
Als je ver weg kijk is de lens plat

Slide 32 - Diapositive

accomoderen

Slide 33 - Diapositive

Scherp zien

Slide 34 - Diapositive

scherp zien
    bolle lens
    voorwerp van dichtbij scherp
    platte lens: 
    voorwerp van veraf scherp

    accommoderen:
    het platter en boller maken van de ooglens


    Slide 35 - Diapositive

    Hoe kan het dat je scherp kunt zien?
    A
    accomoderen van de lens
    B
    wijder maken van de pupil
    C
    accomoderen van het hoornvlies
    D
    wijder maken van de Iris

    Slide 36 - Quiz

    het boller of platter maken van de lens wordt ook wel... genoemd
    A
    straallichaam
    B
    accomoderen
    C
    accamaderen
    D
    optiseren

    Slide 37 - Quiz

    Welke spieren zorgen ervoor dat je kunt accomoderen?

    Slide 38 - Question ouverte

    Netvlies

    Slide 39 - Diapositive


    Staafjes

    Extreem gevoelig voor licht
    lage drempelwaarde
    contrasten in zwart/wit
    hele netvlies, maar niet in gele vlek



    Kegeltjes

    reageren op kleur
    hoge drempelwaarde
    werken alleen in volle licht
    vooral in gele vlek en eromheen

    Slide 40 - Diapositive

    Lesdoelen:

    1.  Je kunt de onderdelen en functies van de uitwendige bouw van het oog benoemen;
    2. Je kunt de onderdelen en functies van de inwendige bouw van het oog benoemen;
    3. Je kunt de werking van de pupilreflex uitleggen;
    4. Je kunt uitleggen hoe het accomoderen van het oog werkt.
    Vandaag:

    • Herhalen basisstof 1 t/m 3
    • Uitleg basisstof 4 (interactief)
    • Zelfstandig werken: opdracht 18, 19, 21, 24

    Slide 41 - Diapositive