Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica paragraaf 11 bijwoordelijke bepalingen
Bijwoordelijkebepaling: het laatste zinsdeel van dit jaar.
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Bijwoordelijkebepaling: het laatste zinsdeel van dit jaar.
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan wij doen?
1 maken oefentoets
2 Uitleg laatste zinsdeel: de bijwoordelijke bepaling.
Slide 2 - Diapositive
Bijwoordelijke bepaling
Je leert wat dit zinsdeel voor functie heeft
Hoe je het kunt vinden in de zin
Slide 3 - Diapositive
Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?
Slide 4 - Question ouverte
Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp te vinden
Slide 5 - Question ouverte
Wat weet je nog van bepalingen?
Slide 6 - Question ouverte
Op welke vragen geven de bepalingen antwoord?
Slide 7 - Question ouverte
Ik ga morgen om 10 uur naar school. Op welke vraag geeft "morgen" antwoord
A
waar
B
waarom
C
wanneer
D
hoe
Slide 8 - Quiz
Ik ga morgen om tien uur naar school toe.
Op welke vraag geeft "om tien uur" antwoord?
A
wanneer
B
waar
C
hoe laat
D
waarheen
Slide 9 - Quiz
apps.noordhoff.nl
Slide 10 - Lien
Wat weet je nu?
Wat weet je van de bijwoordelijke bepaling?
Hoe vind je dit zinsdeel in de zin?
Welke volgorde moet je aanhouden om zinsdelen te zoeken?
timer
2:00
Slide 11 - Diapositive
Hoe vind je een bijwoordelijke bepaling?
1) Zoek in de zin eerst de zinsdelen in de juiste volgorde.
2) Begin met de persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.
3) Daarna ga je zoeken naar de bijwoordelijke bepaling (en) (Er kunnen er meer zijn)
4) Dat zijn meestal de zinsdelen die je nadat je alle andere zinsdelen hebt gezocht nog een naam moet geven.
Slide 12 - Diapositive
Wat geeft een bijwoordelijke bepaling aan?
1) Geeft een tijdstip aan
2) Geeft een plaats aan
3) Is een los woordje dat je weg kunt laten: niet, meteen, eindelijk, nooit, ooit etc.
4 bijwoordelijke bepalingen beginnen vaak met een voorzetsel.
Slide 13 - Diapositive
Met wie
/ ga / je /wandelen?
I
n het nest
/ liggen / eieren.
Mijn kleren / liggen /
altijd
/
op de grond van de slaapkamer.
Door de gladheid
/ ben / ik/ gevallen.
Bij de volgende verkiezingen
/ stem / ik / Groen
links.
Met wie
= bwb
waarin? =
In
het nest.
wanneer
= altijd
waarop
=
op
de grond van de slaapkamer
waardoor=
door
de gladheid
waarbij =
bij
de volgende verkiezingen
Slide 14 - Diapositive
Volgorde van redekundig ontleden
1) Zoek persoonsvorm
2) Zoek alle andere werkwoorden + pv=wwg
3) Vraag wie/wat+wwg=ow
4) Vraag wie/wat+wwg+ow=lv
5)Vraag aan of voor wie/wat+wwg+ow+lv=mw.vw.
6) bwb= stel een vraag met een W of met een H NIET wie of wat.
Slide 15 - Diapositive
paragraaf 11
opdrachten
1, 2 en 3
Slide 16 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Quizje zinsdelen herhaling brugklas
September 2024
- Leçon avec
10 diapositives
par
Quiz!
Quiz!
Bijwoordelijke bepaling
May 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling (bwb)
March 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
September 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Herhalen ontleden, gez,pv,ow,lv, mw, bijv.bep
April 2022
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
Bijwoordelijke bepaling
February 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
November 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Bijwoordelijke bepaling
May 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2