Herhaling deel 1b

Herhaling HFD 1-3 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling HFD 1-3 

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel gram is:
1,25 mol ammoniak

Slide 2 - Diapositive

De stof waterstofchloride (HCl) kan worden gemaakt door waterstof te laten reageren met chloor.

  • Geef de kloppende reactievergelijking van deze reactie.
  • Geef van elk van de drie stoffen aan of er in het molecuul sprake is van een polaire of een apolaire atoombinding.
  • EN van H₂ = 0
  • EN van Cl₂ = 0
  • HCl    ΔEN = 3,2 - 2,1  
  • ΔEN HCl = 1,1  dus polair
  • Teken de Lewisstructuur van waterstofchloride. 

Slide 3 - Diapositive

Leg aan de hand van een tekening uit hoe het komt dat ethaanamine (C₂H₅NH₂) goed kan oplossen in water, terwijl propaan (C₃H₈), dat bijna dezelfde massa heeft, niet oplost in water.
  • Ethaanamine kan met water waterstofbruggen vormen. Propaan vormt geen waterstofbruggen. 

Slide 4 - Diapositive

In een molecuul 1-butanol komt een polaire atoombinding voor. De stof lost niet goed op in water.
Leg uit waarom er polaire atoombindingen in dit molecuul voorkomen.
Leg uit of er in dit molecuul ook apolaire atoombindingen voorkomen.
Leg uit of 1-butanol waterstofbruggen kan vormen.
Leg uit waarom 1-butanol niet goed oplost in water.
Leg uit of je verwacht dat 1-butanol zal mengen met 1-pentaanamine, C₅H₁₁NH₂.


Slide 5 - Diapositive

Koper
Het metaal koper wordt onder andere gebruikt in elektriciteitsdraden en in een aantal legeringen, zoals messing. Bij verhitting van koperen voorwerpen reageert koper met zuurstof. Daarbij ontstaat een laagje zwart CuO. Onder het zwarte CuO kan zich ook nog een laagje rood Cu₂ bevinden. Welk metaal komt behalve koper, ook voor in messing?
  • Zink
  • Geef de reactievergelijking van de vorming van CuO uit koper en zuurstof.
  • 2Cu + O₂ →  2CuO

Slide 6 - Diapositive

Bereken het massapercentage Cu in CuO en het massapercentage Cu in Cu₂O.
  • Het massa-% Cu in CuO
  • Cu = 63,55    CuO = 79,545
  • 63,55 / 79,545 ∙ 100 = 79,89%
  • Cu₂ = 2 ∙ 63,55        Cu₂O = 143,10
  • 127,10 / 143,10 ∙ 100 = 88,83%

Slide 7 - Diapositive

Een apotheker lost 3900 milligram zuiver keukenzout op in gedestilleerd water tot een 1300 mL oplossing. Bereken de concentratie keukenzout in gr/L
  • 3900 mg keukenzout   1300 mL H₂O
  • 3900/1300 = 3 mg/ml 
  • 3 mg/ml = 3 gr/L

Slide 8 - Diapositive

Ethanol kun je maken met behulp van gist. Echter, het kan ook gemaakt worden in een fabriek zonder gist. Bij deze vormingsreactie reageert het gas etheen met water. 28 kilo etheen reageert precies met 18 kilo water tot ethanol. 

Bereken het massapercentage etheen in het ethanolmengsel.
  • 28 + 18 = 46 kg
  • massapercentage = 28 / 46 x 100% = 60,8%

Slide 9 - Diapositive

Wat is elektronegativiteit?
  • Hoe hard een atoom aan de bindingselectronen trekt.

Slide 10 - Diapositive

Johan lost 28,6 gram ammoniumsulfaat op in water. De massa van de verkregen oplossing is 1247,3 gram. 
In hoeveel gram water is het zout opgelost? 
  • 1247,3 – 28,6 = 1218,7 gram water. 

Slide 11 - Diapositive

Bereken het massapercentage chloor in de volgende verbindingen:
fosgeen COCl₂
vinylchloride C₂H₃Cl
chloroform CHCl₃
zilverchloride  

Slide 12 - Diapositive

Wat zal de edelgasconfiguratie voor het kaliumatoom en het broomatoom zijn? Hoe kan het deze bereiken?
  • Wat is het valentie elektron?
  • Het elektron dat van kalium naar broom is gegaan, want dit heeft ervoor gezorgd dat broom 8 elektronen in zijn buitenste schil heeft.

Slide 13 - Diapositive

Teken volgens het model van Bohr een kaliumatoom en broomatoom.

Slide 14 - Diapositive

Schrijf de systematische naam op van:
P₂O₅
H₂C₂O₄

Slide 15 - Diapositive