Herhaling hoofdstuk 3

Herhaling paragraaf 3 en 4
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare school

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling paragraaf 3 en 4

Slide 1 - Diapositive

Systematische namen
mono
di
tri
tetra
penta 
hexa

Slide 2 - Diapositive

Geef de formule of systematische naam:
CO, SO2, P2O3, P2O5
Diwaterstofmono-oxide, monofosfortrichloride, monosiliciumtetrachloride

Slide 3 - Question ouverte

Covalente binding
Atoombinding: De atomen zitten met elkaar gekoppeld via een gemeenschappelijk elektronenpaar.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Covalenties uit je hoofd leren:
H - 1 (groep 1)
F, Cl, Br en I - 1 (groep 17)
O, S - 2 (groep 16)
N, P - 3 (groep 15)
C, Si - 4 (groep 14)

Slide 6 - Diapositive

14 Geef de lading van het kobaltion in CoO2 en van het kobaltion in LiCoO2.
Noteer je antwoord als volgt:
De lading van het kobaltion in CoO2 is …
De lading van het kobaltion in LiCoO2 is …

Slide 7 - Question ouverte

Paragraaf 4

Slide 8 - Diapositive

Molverhouding
Kijk naar de reactievergelijking die kloppend is, hier kun je de molverhouding vinden. 
P2O5 + 3H2O --> 2H3PO4
Molverhouding = 1 : 3 : 2

Slide 9 - Diapositive

Rendement berekenen
Opbrengst van een chemische reactie is nooit 100%, daarom gebruik je het rendement. Hoeveel is er werkelijk ontstaan?
Nuttig/totaal x 100%
Binas tabel 97F

Slide 10 - Diapositive

Proeftoets

Slide 11 - Diapositive

Opgave 3
a. Waaruit kun je opmaken dat aceton een moleculaire stof is?
b. Wat is de covalentie van elk van de atoomsoorten in een acetonmolecuul?
c. Maak de afgebeelde structuurformules af.

Slide 12 - Diapositive

a. Waaruit kun je opmaken dat aceton een moleculaire stof is?

Slide 13 - Question ouverte

b. Wat is de covalentie van elk van de atoomsoorten in een acetonmolecuul?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Opgave 4
a. Geef de systematische naam van de chroomoxiden
b. Maak de reactievergelijking kloppend
c. Hoeveel kilogram Si is nodig om 25,0 kg CrO3 om te zetten in Cr en CaSiO3?
d. Hoeveel mol CaSiO3 ontstaan hierbij?

Slide 16 - Diapositive

a. Geef de systematische naam van de chroomoxiden
CrO, CrO3, Cr2O3

Slide 17 - Question ouverte

b. Maak de reactievergelijking kloppend: Cr2O3 + Si + CaO --> Cr + CaSiO3

Slide 18 - Question ouverte

Hoeveel kilogram Si is nodig om 25,0 kg CrO3 om te zetten in Cr en CaSiO3?

Slide 19 - Question ouverte

d. Hoeveel mol CaSiO3 ontstaan hierbij?

Slide 20 - Question ouverte

Opgave 5
a. Welk metaal, behalve koper, komt ook voor in messing? Gebruik tabel 9 Binas
b. Geef de reactievergelijking van de vorming van CuO uit Koper en zuurstof.
c. Bereken het massapercentage van Cu in CuO en van Cu in CuO2.

Slide 21 - Diapositive

a. Welk metaal, behalve koper, komt ook voor in messing? Gebruik tabel 9 Binas

Slide 22 - Question ouverte

b. Geef de reactievergelijking van de vorming van CuO uit Koper en zuurstof.

Slide 23 - Question ouverte

c. Bereken het massapercentage van Cu in CuO en van Cu in CuO2.

Slide 24 - Question ouverte

Opgave 6
a. Maak de reactievergelijking kloppend
b. Bereken hoeveel gram koper er ontstaat als 2,00 gram CuO volledig reageert
c. Geef met een reactievergelijking aan wat met het aardgas gebeurt

Slide 25 - Diapositive

a. Maak de reactievergelijking kloppend: CuO + CH4 --> Cu + CO2 + H2O

Slide 26 - Question ouverte

b. Bereken hoeveel gram koper er ontstaat als 2,00 gram CuO volledig reageert

Slide 27 - Question ouverte

c. Geef met een reactievergelijking aan wat met het aardgas gebeurt

Slide 28 - Question ouverte