2022-2023 P3 5V W1 Arbeid en Energie - Introductie

Start van de les:
  • Leg jouw spullen klaar 
  • Open de App 
  • Of ga naar de website en log in.
Leerdoelen
Je kan berekeningen maken met betrekking tot kracht, verplaatsing, arbeid, snelheid en vermogen, 
 Je kan de arbeid bepalen uit een kracht-verplaatsingsdiagram; 
Je kan energieomzettingen bij bewegingen analyseren met behulp van o.a. het begrip rendement en verschillende soorten energieën.
Activiteiten
Start
Voorkennischeck
Instructie (voorbeelden)
Oefenen
Practicum
Weektaak
classroom
Stel hier jouw vragen:
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Start van de les:
  • Leg jouw spullen klaar 
  • Open de App 
  • Of ga naar de website en log in.
Leerdoelen
Je kan berekeningen maken met betrekking tot kracht, verplaatsing, arbeid, snelheid en vermogen, 
 Je kan de arbeid bepalen uit een kracht-verplaatsingsdiagram; 
Je kan energieomzettingen bij bewegingen analyseren met behulp van o.a. het begrip rendement en verschillende soorten energieën.
Activiteiten
Start
Voorkennischeck
Instructie (voorbeelden)
Oefenen
Practicum
Weektaak
classroom
Stel hier jouw vragen:

Slide 1 - Diapositive

Werkwijze
Studiewijzer: google classroom
Lessen via lesson-up

Werken aan inhoud tijdens en buiten de les. 
Momenten van instructie en af hebben van inhoud in samenspraak + magister agenda


Slide 2 - Diapositive

1

Slide 3 - Vidéo

00:00
WAT ZIE JE GEBEUREN?
Schrijf in je schrift op in jouw eigen woorden wat je hier ziet gebeuren.

Slide 4 - Diapositive

Perpetuum Mobile
Perpetuum Mobile

Slide 5 - Diapositive

Iemand staat op de rand van een kloof en gooit bal A loodrecht omhoog en bal B loodrecht omlaag met dezelfde beginsnelheid. Als je de luchtweerstand mag verwaarlozen, heeft bal A de grootste snelheid als hij de grond raakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

2 Een tennisbal en een basketbal worden met een even grote snelheid omhoog gegooid. Als je de luchtweerstand mag verwaarlozen, komt de tennisbal even hoog als de basketbal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

3 Een ijshockeyspeler geeft een stilliggende puck een korte klap. Als je de glijwrijving van het ijs en de luchtweerstand mag verwaarlozen, zal de snelheid van de puck na de klap kleiner worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

4 Een kogelstoter stoot een kogel weg. De bewegingsenergie is nul in het hoogste punt van de vlucht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Een meisje glijdt zonder wrijving van een glijbaan naar beneden.
Op glijbaan 1 uit het figuur bereikt zij de grootste eindsnelheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

6 Als je loopt, verricht je arbeid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

7 De eenheid van arbeid is Newton per meter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

8 Arbeid is een energiestroom.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

9 De grootte van de arbeid hangt uitsluitend af van de grootte van de kracht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

10 Bij gebruik van een katrol of een hefboom is er energiewinst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

11 De bewegingsenergie van een fiets hangt af van de fietssnelheid en van de massa.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

12 Als je remt op een fiets, wordt er bewegingsenergie omgezet in warmte.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

13 De bewegingsenergie is bij een harmonische trilling maximaal in de evenwichtsstand.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

14 Bij een remmende auto wordt bewegingsenergie omgezet in warmte.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

15 Het brandstofverbruik van een auto is de hoeveelheid brandstof die nodig is om een afstand van 100 km af te leggen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

17 Om arbeid te kunnen verrichten is uitsluitend een kracht nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

19 Een verbrandingsmotor is een energieomzetter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

21 De eenheid van rendement is de joule (afgekort: J).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

24 De normaalkracht van het wegdek kan geen arbeid verrichten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Welke krachten ken je allemaal?

Slide 25 - Question ouverte

Wat gebeurt er als er een netto kracht op een voorwerp werkt?
A
Blijft stil staan
B
Gaat bewegen met constante snelheid
C
Gaat versneld bewegen
D
Ontploft

Slide 26 - Quiz

Beschrijf dit eens met een formule?

Slide 27 - Diapositive

Vul de formule in

Slide 28 - Question ouverte

Voor de volgende les
Taak 1: Startactiviteit (af)maken (ca. 20min)
Taak 2: Lezen §9.2 (ca. 10min)

Slide 29 - Diapositive

Tekst lezen (10min)
Ik verwacht dat je de aangegeven tekst gaat lezen voor eerst les volgende week
Waarom? Het staat in de weektaak en ik wil de les nuttig gebruiken. Thuis lezen en voorbereiden in de les werken en toepassen!

Slide 30 - Diapositive

Lezen doe je gericht met:
De weekvraag:

Of leerdoelen:

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Stel tenminste 2 vragen:

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

timer
5:00

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Oefenvraag 1:

Slide 42 - Diapositive

antwoord oefenvraag 1

Slide 43 - Question ouverte

Antwoord 1

Slide 44 - Diapositive

Oefenvraag 2:

Slide 45 - Diapositive

antwoord oefenvraag 2

Slide 46 - Question ouverte

Antwoord 2

Slide 47 - Diapositive

Oefenvraag 3:

Slide 48 - Diapositive

antwoord oefenvraag 3

Slide 49 - Question ouverte

Geef antwoord:

Hoe bepaal je hoeveel energie er gebruikt wordt om te bewegen? Welke verbanden worden daarbij gebruikt?

Slide 50 - Question ouverte


A
Waar
B
Niet waar

Slide 51 - Quiz


A
Waar
B
Niet waar

Slide 52 - Quiz


A
Waar
B
Niet waar

Slide 53 - Quiz