Les 2 Maw H5 Groepsvorming

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Programma

In overleg:

1. Check-in 
2. 2.1 Groepsvorming: uitleg 
3. 2.1 Groepsvorming: zelfstandig werken
4. Check-uit 

2.1 Groepsvorming

2.1 Groepsvorming

Leerdoelen

• Ik kan de definitie van het kernconcept ‘groepsvorming’ geven, herkennen in en toepassen op een bron.
  
• Ik van vier vormen van sociale bindingen onderscheiden en deze uitleggen en toepassen op een bron.
  
• Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met in- en outgroup en deze begrippen toepassen op een bron.
  
• Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met formele en informele sociale controle en deze begrippen toepassen op een bron.
  
• Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met formele en informele groepen en deze begrippen toepassen op een bron.
  
• Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met stereotypen en vooroordelen en deze begrippen toepassen op een bron.

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Is er in de afbeelding sprake van groepsvorming? Leg je antwoord in 3 stappen uit (CCT)?

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Welk soort sociale binding zie je vooral?

1. Affectief
2. Cognitief
3. Economisch
4. Politiek

Welk soort sociale binding zie je vooral?

1. Affectief
2. Cognitief
3. Economisch
4. Politiek

Welk soort sociale binding zie je vooral?

1. Affectief
2. Cognitief
3. Economisch
4. Politiek

Welk soort sociale binding zie je vooral?

1. Affectief
2. Cognitief
3. Economisch
4. Politiek

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Is er in de afbeelding sprake van een in- en outgroup? Leg je antwoord in 3 stappen uit (CCT)?

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Geef twee voorbeelden van sociale controle: 1 formeel en 1 informeel.

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Is de klas een informele of formele groep?

1. Informeel
2. Formeel

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Hoe beoordeel je de persoon op de foto, welk stereotype speelt een rol?

Leerdoelen

• Ik kan de definitie van het kernconcept ‘groepsvorming’ geven, herkennen in en toepassen op een bron.
  
• Ik van vier vormen van sociale bindingen onderscheiden en deze uitleggen en toepassen op een bron.
  
• Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met in- en outgroup en deze begrippen toepassen op een bron.
  
• Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met formele en informele sociale controle en deze begrippen toepassen op een bron.
  
• Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met formele en informele groepen en deze begrippen toepassen op een bron.
  
• Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met stereotypen en vooroordelen en deze begrippen toepassen op een bron.

2.1 Groepsvorming

Check-uit: wat is je bijgebleven van deze les?