Grammar Present Simple & Present Continuous 25-3-2021

welcome!
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

welcome!

Slide 1 - Diapositive

Today
Vocab quiz in Kahoot
Check grammar exercise
Grammar: present simple & present continuous

Slide 2 - Diapositive

Present Simple & Present Continuous

Slide 3 - Diapositive

Present Simple
Dit is de tegenwoordige tijd. Je gebruikt deze vorm om gewoontes, feiten, herhaalde handelingen, onveranderlijke situaties, emoties of wensen uit te drukken.


Hoe maak je de present simple?
Je neemt het hele werkwoord bijv ‘to run’, maar dan gebruik je het zonder ‘to’.
       Ik ren naar huis -   I run home
      Jij rent naar huis -   You run home
      Hij/Zij/Het rent naar huis -  He/She/It runs home


SHIT regel

Slide 4 - Diapositive

Present Continuous
Deze vorm gebruik je om aan te geven dat iets NU aan de gang is.

Je gebruikt hem om aan te geven dat je iets van plan bent. Meestal staat er dan ook bij wanneer je dat van plan bent te gaan doen. 

Je kan het ook gebruiken om aan te geven dat iets je irriteert (vaak wordt het woordje always dan gebruikt om dat aan te geven).

Slide 5 - Diapositive

Hoe maak je de present continuous?
Je hebt altijd 2 werkwoorden nodig. 
Namelijk een vervoeging van ‘to be’ + de stam van het werkwoord + ing. 
I                             am   werkwoord   +ing
You/we/they    are   werkwoord   +ing
He/She/It           is     werkwoord   +ing

I am playing / You are walking / He is studying / She is eating / It is hurting / We are swimming / You are driving / They are travelling.

Slide 6 - Diapositive

signaalwoorden
present simple: always / every / sometimes / often / regularly / ..
present continuous: (right) now / at the moment / Listen! / Look!


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Present Simple
Present Continuous

Slide 9 - Diapositive

Present Simple / Present Continuous

Jack ____ (not like) walking home in the rain.

Slide 10 - Question ouverte

Present Simple / Present Continuous

Where ___ you ___ (stay) at the moment?

Slide 11 - Question ouverte

Present Simple or Continuous?
Look! He ___ (leave) the house.

Slide 12 - Question ouverte

Present Simple or Continuous?
She usually ___ (walk) to school.

Slide 13 - Question ouverte

Present Simple or Present Continuous?
She regularly ___ (collect) money for charity at school.

Slide 14 - Question ouverte

Present Simple or Present Continuous?
Look, there's Christopher! He ___ (walk) his dog.

Slide 15 - Question ouverte

Present Simple or Present Continuous?
Do you hear that? They ___ (play) our favourite song!

Slide 16 - Question ouverte

Present Simple or Present Continuous?

We usually .... (to dance) a lot when there is music.

Slide 17 - Question ouverte

Present Simple or Present Continuous?
Ronald ___ (put) food in the oven right now.

Slide 18 - Question ouverte

Homework
Activity book A:
Exercise 12, page 116
Writing exercise

Slide 19 - Diapositive

Next class
Discuss homework

Slide 20 - Diapositive

Weekend activities
Writing about your favourite pastimes:

Football match (tv or your own)
Sport activities
Start of F1 season (sunday)
Favourite movie/serie
Outdoor activity?

Slide 21 - Diapositive