Herhaling grammar (ps,pp)

Present Perfect vs Past Simple
 Present Perfect: als iets in het verleden begonnen is 
en je er nogsteeds iets van merkt of niet weet wanneer het precies gebeurd is. 

Past Simple: Als iets in het verleden begonnen is en 
ook al is afgelopen.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Present Perfect vs Past Simple
 Present Perfect: als iets in het verleden begonnen is 
en je er nogsteeds iets van merkt of niet weet wanneer het precies gebeurd is. 

Past Simple: Als iets in het verleden begonnen is en 
ook al is afgelopen.

Slide 1 - Diapositive

Wanneer:
 Present Perfect: Als iets in het verleden is begonnen en nog steeds aan de gang is. Ook als iets in het verleden is begonnen en er niet bij staat wanneer.

Past Simple: Als iets in het verleden gebeurde en afgelopen is. Vaak staat erbij wanneer het gebeurde.

Slide 2 - Diapositive

Welke signaalwoorden ken je al?

Slide 3 - Carte mentale

Signal Words

Last Ago Date Yesterday  When


For Yet Never Ever Just Aalready Since

Slide 4 - Diapositive

Hoe maak je de Past Simple?

Slide 5 - Question ouverte

Antwoord:

Stam ww + ED -> walk - walked
                        
Verbs ending in e                                           = + D -> like - liked
Verbs ending in ¨medeklinker¨ + y        = + IED -> cry - cried
                                            



Slide 6 - Diapositive

Hoe maak je de Present Perfect?

Slide 7 - Question ouverte

Antwoord:
Has/have + voltooid deelwoord  

Voltooid deelwoord:  3e rijtje lijst onregelmatige ww 
OF werkwoord + ed regelmatige ww

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Any Questions?
Let's practice some more:

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien