Taalverzorging grammatica

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Taalverzorging Grammatica

• Persoonsvorm    -    Onderwerp
• Gezegde      -      Lijdend voorwerp
• Hele werkwoord
• tt   -   vt    -voltooid deelwoord
• Zelfstandig naamwoord      -      lidwoord
•  Bijvoeglijk naamwoord
• hoofdzin - Bijzin

Wat is de persoonsvorm?
In de bibliotheek kunnen veel verschillende boeken worden geleend.

1. In de bibliotheek
2. Kunnen
3. boeken
4. worden

Wat is de persoonsvorm?
Waarom ben je een half uur te laat?

1. ben
2. laat
3. je
4. Waarom

Wat is het onderwerp?
Alle leerlingen van groep 8 hebben de toets goed gemaakt.

1. de toets
2. leerlingen
3. goed gemaakt
4. alle leerlingen van groep 8

Wat is het onderwerp?
Morgen gaan mijn vader en ik naar de kermis.

1. morgen
2. mijn vader
3. mijn vader en ik
4. de kermis

Wat is het gezegde?
Zou ik die fiets even kunnen lenen?

1. zou ik
2. die fiets
3. even lenen
4. zou kunnen lenen

Wat is het gezegde?
We hebben een heerlijke appeltaart gemaakt.

1. we hebben
2. heerlijke appeltaart
3. hebben gemaakt
4. een appeltaart

Wat is het lijdend voorwerp?
Mijn oma geeft me een knuffel.

1. Mijn oma
2. een knuffel
3. geeft
4. me

Wat is het lijdend voorwerp?
Er wordt een groot feest georganiseerd.

1. wordt
2. wordt georganiseerd
3. een groot feest
4. georganiseerd

In welke zin is het hele werkwoord onderstreept?

1. Ik zie een prachtige regenboog.

2. Het meisje gaat fietsen naar het bos.

3.We maken ons huiswerk in de middag.

In welke zin is het hele werkwoord onderstreept?

1. Hij heeft een spannend boek gelezen.

2. Zij hebben jaren geleden leren koken.

3. De fietsen staan niet op slot.

Welke van de onderstreepte woorden is een lidwoord?

Deze kikkers worden door de mensen geholpen met oversteken.

Welk onderstreept woord is een zelfstandig naamwoord?

's Zomers verkopen ze daar de allerlekkerste ijsjes.

Wat is het bijvoeglijke naamwoord?
In de etalage zag ik een prachtige jas hangen.

1. etalage
2. ik
3. prachtige
4. hangen

Wat is het zelfstandig naamwoord?

Emma had haar zusje bijna niet herkend.

1. Emma
2. zusje
3. bijna
4. niet

Wat is het bijvoeglijke naamwoord?
De opengemaakte verpakking lag op het aanrecht.

1. opengemaakte
2. verpakking
3. lag
4. aanrecht

Wat is het lidwoord?
Mijn familie gaat overnachten in een prachtig hotel.

1. familie
2. in
3. een
4. hotel

Welk onderstreept woord is het voltooid deelwoord?

Heb je alle kleren in de kast gehangen?

Wat is de hoofdzin?
Je moet niet meteen boos worden, omdat hij een fout maakte.

Wat is de bijzin?
Ik pak een paraplu, zodat ik straks niet nat word.

De kinderen beantwoordden de vragen.
Beantwoordden is....

1. enkelvoud , tt
2. enkelvoud, vt
3. meervoud, tt
4. meervoud, vt

Ik kocht een nieuwe winterjas.

Kocht is.....

1. enkelvoud, tt
2. enkelvoud, vt
3. meervoud, tt
4. meervoud, vt

Jullie bedenken zelf een spel.

Bedenken is....

1. enkelvoud, tt
2. enkelvoud, vt
3. meervoud, tt
4. meervoud, vt