Hoofdstuk 2.3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Wat is een nadeel van geld lenen

Wat is een voordeel van geld lenen?

Als je geld geleend hebt, heb je schuld. De grafiek gaat over jongeren die schulden hebben.
a. Hebben in 2015 meer of minder jongeren een schuld vergeleken met 2013?

Als je geld geleend hebt, heb je schuld. De grafiek gaat over jongeren die schulden hebben.
b. Welk soort schuld is in deze jaren gestegen?

Als je geld geleend hebt, heb je schuld. De grafiek gaat over jongeren die schulden hebben.
c. Welk soort schuld hebben jongeren het minst?

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?

Als je geld leent, krijg je rente van de bank.

Aflossen is het terugbetalen van geleend geld.

Door het betalen van rente wordt je schuld aan de bank lager.

juist

onjuist

Je krijgt € 24 zakgeld per maand. Maar nu is het bijna op. Je wilt graag naar de kermis, maar van je spaargeld blijf je af. Daarom probeer je geld te lenen van je vader. Je leent van hem € 40, maar je moet het wel binnen 2 maanden terug betalen. Gaat het lukken om het geleende geld op tijd terug te betalen?

Bij een bank heb je een lening gesloten. De maandtermijn is € 85.
a. Wat is een maandtermijn

Bij een bank heb je een lening gesloten. De maandtermijn is € 85.
c. Wat verandert er aan het geleende bedrag als je aflost?

Bij een bank heb je een lening gesloten. De maandtermijn is € 85.
d. Leg uit dat het betalen van rente niets verandert aan de hoogte van de lening.

Je sluit een lening af van € 5.000. Je wilt die zo snel mogelijk terugbetalen.
a. Hoe hoog is de maandtermijn die je gaat betalen?

Je sluit een lening af van € 5.000. Je wilt die zo snel mogelijk terugbetalen.
b. Hoeveel betaal je in totaal terug in 6 maanden

Je sluit een lening af van € 5.000. Je wilt die zo snel mogelijk terugbetalen.
c. Bereken het bedrag dat je na 6 maanden aan rente hebt betaald.

Je leent € 200. In totaal betaal je € 215 terug voor deze lening.
a. Welk bedrag heb je als aflossing van de lening betaald?

Je leent € 200. In totaal betaal je € 215 terug voor deze lening.
b. Welk bedrag heb je aan rente betaald voor deze lening?

Je leent € 200. In totaal betaal je € 215 terug voor deze lening.
c. Bereken hoeveel procent de rente is van het geleende bedrag.

Meikes vader leent € 10.000 en betaalt de lening terug in 84 maanden.
a. Hoeveel jaar is 84 maanden.

Meikes vader leent € 10.000 en betaalt de lening terug in 84 maanden.
b. Hoeveel moet hij in totaal terugbetalen?

Meikes vader leent € 10.000 en betaalt de lening terug in 84 maanden.
c. Bereken het bedrag dat hij als rente extra betaalt voor deze lening.

Meikes vader leent € 10.000 en betaalt de lening terug in 84 maanden.
d. bereken hoeveel procent de rente is van het geleende bedrag.

Noem twee redenen om geld te lenen.

Welk risico loop de bank wanneer die geld uitleent?

Zijn de beweringen juist of onjuist

Hoe hoger de rente, hoe duurder de lening.

Hoe hoger de lening, hoe meer je moet aflossen.

Als je langer doet over hoe terugbetalen, wordt de maandtermijn lager.

Juist

Onjuist

Leg uit wat met deze bewering bedoeld wordt

Je betaalt voor je lening in totaal € 486 terug. Het leenbedrag was € 450.
a. Hoeveel betaal je meer terug dan je geleend hebt?

Je leent € 1.500. Nadat je afgelost hebt, blijkt dat je € 1.635 hebt betaald.
Bereken hoeveel procent van de lening je aan rente betaald hebt.

Tom leent geld om een auto te kopen. Hij moet zijn lening in vijf jaar terugbetalen. De auto kan nog vier jaar mee.
Vind je het verstandig wat Tom doet? Licht je antwoord toe.

Bedenk één voordeel van kopen op afbetaling

Bedenk één nadeel van kopen op afbetaling

Veel jongeren hebben schulden.
a. De bank leent bijna nooit geld aan jongeren. Hoe kunnen jongeren dan toch schulden hebben? Bedenk drie oorzaken.

Als je zomaar geld leent, kun je later in de problemen komen. Bedenk drie dingen waarover je moet nadenken voordat je geld leent.

Naomi heeft € 120 geleend van een vriend. Na drie maanden betaalt ze volgens afspraak € 135 terug.
Hoeveel procent rente heeft ze betaald?

Katy is 18 jaar en heeft schulden bij een webshop € 900, bij de bank € 350, bij haar vrienden € 175 en bij haar opa € 75.
Katy verdient € 1.750 per maand. Ze woont alleen in een kamer die zij huurt. Die kost € 350 per maand. Haar overige uitgaven zijn € 1.150 per maand.
Katy wil van haar schulden af.
a. Bereken hoeveel Katy per maand kan aflossen.

Katy is 18 jaar en heeft schulden bij een webshop € 900, bij de bank € 350, bij haar vrienden € 175 en bij haar opa € 75.
Katy verdient € 1.750 per maand. Ze woont alleen in een kamer die zij huurt. Die kost € 350 per maand. Haar overige uitgaven zijn € 1.150 per maand.
Katy wil van haar schulden af.
b. Hoeveel maanden doet ze erover om al haar schulden af te lossen?

Katy is 18 jaar en heeft schulden bij een webshop € 900, bij de bank € 350, bij haar vrienden € 175 en bij haar opa € 75.
Katy verdient € 1.750 per maand. Ze woont alleen in een kamer die zij huurt. Die kost € 350 per maand. Haar overige uitgaven zijn € 1.150 per maand.
Katy wil van haar schulden af.
c. Katy wil sneller van haar schulden af. Beschrijf in drie zinnen wat zij het beste kan doen om eerder van haar schulden af te zijn.

Carmen leent € 1.500 om een scooter te kopen. Zij betaalt 9% rente per jaar.
a. Welk bedrag is zij jaarlijks kwijt aan rente?

Carmen leent € 1.500 om een scooter te kopen. Zij betaalt 9% rente per jaar.
b. Ze lost € 50 per maand af. Hoeveel maanden duurt het aflossen als je geen rekening houdt met de rente?