SO hst 2 jij en je geld

SO Hoofdstuk 2: Jij en je geld
Dit SO bevat
6 vragen over begrippen
12 rekenvragen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

SO Hoofdstuk 2: Jij en je geld
Dit SO bevat
6 vragen over begrippen
12 rekenvragen

Slide 1 - Diapositive

Geld op de bank
Geld in je portemonnee
Positief banksaldo
Negatief banksaldo
Giraal geld
Chartaal geld

Slide 2 - Question de remorquage

Wat is geen reden om te sparen?
A
Sparen uit voor voorzorg
B
Sparen als rekenmiddel
C
Sparen voor rente
D
Sparen voor een doel

Slide 3 - Quiz

Wat zijn de drie geldfuncties?

Slide 4 - Question ouverte

Een maandtermijn bestaat uit .....
A
aflossing en termijn
B
aflossing en rente
C
termijn en rente

Slide 5 - Quiz

Als bewijs van je verzekering ontvang je een ...
A
Premie
B
Polis

Slide 6 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
Jaarlijkse of maandelijkse betaling voor je verzekering.
A
polis
B
premie
C
eigen risico
D
verzekeringsvoorwaarden

Slide 7 - Quiz

Lening in euro's: € 5.000
Looptijd 24 mnd: maandtermijn € 225
Hoeveel euro zijn de rentekosten?
A
€ 225
B
€ 400
C
€ 5.400
D
€ 5.000

Slide 8 - Quiz

Klik op de cirkeldiagram om hem te vergroten.
Wat is de meest gebruikte manier om online aankopen mee te doen?

Slide 9 - Question ouverte

Het aantal online aankopen was 1 miljoen. Hoeveel aankopen zijn er betaald met overschrijving?

Slide 10 - Question ouverte

Ik heb € 300,- gespaard en krijg 5% rente.
Ik heb € 1000,- gespaard en krijg 3 % rente.
Ik heb €550,- gespaard en krijg 1,5 % rente.
Ik heb 470,- gespaard en krijg 6% rente.
Sleep de rente naar het juiste vak.
€ 15,- rente
€ 30,- rente
€ 7,75 rente
€ 28,20 rente

Slide 11 - Question de remorquage

Frieda heeft €3000 spaargeld. Zij krijgt 4% rente. Hoeveel € ontvangt Frieda aan rente?

Slide 12 - Question ouverte

Je leent € 200. In totaal betaal je € 215 terug voor deze lening.
a) Welk bedrag betaal je als aflossing?


Slide 13 - Question ouverte

Je leent € 200. In totaal betaal je € 215 terug voor deze lening.

b) Welk bedrag betaal je als rente?


Slide 14 - Question ouverte

Je leent € 200. In totaal betaal je € 215 terug voor deze lening.

c) Hoeveel procent rente betaal je over het geleende bedrag?

Slide 15 - Question ouverte

Meikes vader leent €10.000 en betaalt de lening in 84 maanden terug.
a) hoeveel jaar is 84 maanden?

Slide 16 - Question ouverte

Meikes vader leent €10.000 en betaalt de lening in 84 maanden terug.
b) Hoeveel moet hij in totaal terug betalen?

Slide 17 - Question ouverte

Meikes vader leent €10.000 en betaalt de lening in 84 maanden terug.
c) Bereken het bedrag dat hij als rente extra betaalt voor de lening

Slide 18 - Question ouverte

Meikes vader leent €10.000 en betaalt de lening in 84 maanden terug.
d) Bereken hoeveel procent de rente is van het geleende bedrag.

Slide 19 - Question ouverte