Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Verwijswoorden
Nederlands
Goedemorgen 4KZ!
Voorbereiding op de les:
- Lesboek + schrift op tafel
- - Inloggen LessonUp
timer
5:00
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands
Goedemorgen 4KZ!
Voorbereiding op de les:
- Lesboek + schrift op tafel
- - Inloggen LessonUp
timer
5:00
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Huiswerk nakijken
Maak een zin met...
Zelfstandig werken
Quiz LessonUp
PLANNING
Slide 2 - Diapositive
Na deze les...
...kun je verwijswoorden op de goede manier gebruiken.
Slide 3 - Diapositive
Huiswerk nakijken
opdracht 1 t/m 4
blz. 86, 87
Slide 4 - Diapositive
Noteer een zin met...
Slide 5 - Diapositive
verwijswoorden
Lees de theorie op blz. 88
of
kijk mee naar de uitleg
deze
die
Slide 6 - Diapositive
Wat
:
Maak opdracht 1 t/m 6 (blz. 88, 89)
Hoe
:
Je mag op fluisterniveau overleggen met degene die naast je zit.
Hulp
:
Theorie blz. 88
Tijd
:
Tot de laatste 10 minuten voor de les
Extra
:
Je mag een muziekje luisteren als je oortjes of een koptelefoon bij je hebt.
Aan de slag
Klaar?
Oefen in de online trainer met taalverzorging H1, H2 of H3
18 okt: toets Taalverzorging
H1 t/m 4
Slide 7 - Diapositive
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 8 - Quiz
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Er kunnen meerdere verwijswoorden goed zijn als antwoord.
Vera doet het trucje voor.
________ zegt:
‘Zo moet je
________ doen.’
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
Slide 9 - Question de remorquage
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 10 - Quiz
Formuleren (verwijswoorden)
''Ik heb een oude fiets, maar … rijdt nog goed.''
A
dat
B
dit
C
hem
D
die
Slide 11 - Quiz
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Twan heeft een bijbaantje voor twee uurtjes,
________ vindt
________ niet erg.
deze
die
dat
hij
zij
het
ze
Slide 12 - Question de remorquage
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'boek'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 13 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'het kind'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 14 - Quiz
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Onno krijgt een vreemd mailtje binnen.
_________ denkt dat
________ spam is.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 15 - Question de remorquage
De verwijswoorden: "het/zijn"
verwijzen naar....
A
een "het" woord
B
een "de" woord
Slide 16 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'het kind'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 17 - Quiz
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Het drumstel is van Davids vader,
maar ________ gebruikt ________ niet meer.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 18 - Question de remorquage
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'vogel'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 19 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'auto'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
deze, die
Slide 20 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'leerling'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
deze, die
Slide 21 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'volk'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 22 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'de verloting'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 23 - Quiz
De kinderen gaan zometeen hard aan het werk. Ze hebben geleerd hoe ze verwijswoorden kunnen herkennen en toepassen in een zin.
Waar verwijst “ze” naar?
A
De kinderen
B
de juf
C
Werk
D
Verwijswoorden
Slide 24 - Quiz
Formuleren (verwijswoorden)
''Je moet even doorfietsen naar de volgende pinautomaat, want ... hier doet het niet.''
A
het
B
dit
C
dat
D
deze
Slide 25 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Verwijswoorden
Octobre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
hin Les 4k, Taalverzorging H3 verwijswoorden
Octobre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Zaterdag 13 april 2024 - Cursus 6 Formuleren par. 3 en 4 verwijswoorden
Avril 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
hin Les 4k, Taalverzorging H3 verwijswoorden
Avril 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Ma 28 november verwijswoorden
Novembre 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
3GT H3 Taalverzorging les 1: Verwijswoorden
Mars 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
verwijswoorden en trappen van vergelijking
il y a 10 jours
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
H3 - Taalverzorging - Verwijswoorden
Novembre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4