ziekteleer in de tandheelkunde

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Theorie en Praktijk tandartsassistentMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

timer
1:00
Welke micro-organismen ken je

Slide 2 - Carte mentale

Wat zijn commensalen?
timer
1:00

Slide 3 - Question ouverte

Hoe noem je ziek makende micro-organismen?
timer
1:00

Slide 4 - Question ouverte

Als een pathogeen micro-organisme het lichaam binnendringt spreken we van een 
Wanneer een pathogeen micro-organisme zich in het lichaam kan handhaven en vermeerderen dan heb je een 
                  zijn eencellige levende organismen.  
Een                   heeft een gastheer nodig om te overleven.

besmetting
infectie
bacteriën
virus

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Portes déntrées
- Congenitaal = via baarmoeder (moeder-kind)
-Oraal / enteraal = mond en maag-darm
-Huid en slijmvliezen
-Aerogeen = luchtwegen
-Hematogeen = bloed
-Zoönosen = dier op mens

Slide 8 - Diapositive

Verspreiding
  • Flegmone = acute weefselontsteking (pus) 
  • lymfebanen
  • bloedvaten (bacteriëmie = bacteriën in bloedbaan, sepsis verspreiding en vermenigvuldigen van bacteriën door bloedbaan naar organen) 
  • Lichaamsholten (langs de vliezen)
  • Buisvormige organen (urinewegen, ademhaling)

Slide 9 - Diapositive

Virulentie en weerstand
  • Virulentie = aanvalskracht,afhankelijk van aantal, plaats en aard van micro-organisme 
  • Weerstand: Algemeen = leeftijd, psychische factoren, ziekten en voedingstoestand. Specifiek = aanwezigheid van antilichamen

Slide 10 - Diapositive

Reacties van het lichaam op een infectie
1. roodheid

2. pijn

3. warmte

4. zwelling

5. gestoorde functie
timer
1:00
rubor
dolor
calor
tumor
functio laesa

Slide 11 - Question de remorquage

Leukocyten
  • witte bloedcellen
  •  kunnen door bloedvatwand heen dringen
  • vernietigen bacteriën in de cel = fagocytose
  • pus zijn o.a.  afgestorven leukocyten, bacteriën
  • meer leukocyten in het bloed door infectie heet leukocytose
  • necrose = afsterving

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Dus in het kort
1. Actieve immuniteit (lichaam moet zelf afweerstoffen aanmaken
- Actief natuurlijk = na doormaken ziekte
- Actief kunstmatig = vaccin (verzwakte ziekteverwekker ingespoten)
2. Passieve immuniteit (antilichamen van buiten af)
- Passief natuurlijk = moeder op kind
- Passief kunstmatig = kant en klare antistoffen toegediend (tetanus)

Anti-infectieuze middelen als lichaam het niet lukt = medicatie i.v.v. antibiotica, anti schimmel, anti virale middelen

Slide 14 - Diapositive

Wat veroorzaakt adrenaline bij hart(klep) afwijkingen?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is angina pectoris?
timer
0:20

Slide 16 - Question ouverte

Wat is hypertensie?
timer
0:20

Slide 17 - Question ouverte

longafwijkingen
  • Astma (prikkels uit de lucht) kortademig, piepen op de borst, hoesten
  • Chronische bronchitis (verhoogde slijmproductie in de luchtwegen) hoesten, slijm opgeven 
  • Longemfyseem (elasticiteit uit het het longweefsel), benauwdheid

Slide 18 - Diapositive

Diabetes
Type 1 insuline afhankelijk, lichaam maakt niet / te weinig insuline meer aan
Type 2 (ouderdomsdiabetes) lichaam ongevoelig voor insuline (medicatie)
insuline verlaagt de bloedsuikerspiegel

Slide 19 - Diapositive

Wat is anemie?
timer
0:20

Slide 20 - Question ouverte

bloedstollingsstoornissen
  • tekort aan bloedplaatjes
  • aangeboren (hemofilie)
  • vitamine K-gebrek
  • gebruik van anticoagulantia (bloedverdunners) 
  • LET OP voor nabloedingen!!

Slide 21 - Diapositive

Besmettelijke ziektes
  • Hepatitis (A,B en C), A= door voedsel, water gaat vanzelf over (virus), B= door onveilige seks, bloed, bloedproducten, kan chronisch worden, kan dodelijk zijn door leverfalen. C= idem als B
  • AIDS (eerst HIV infectie daarna AIDS)
  • Herpes Simplex (koortslip) 

Slide 22 - Diapositive

verdere oplettende dingen
  • hyperthyreoïde = schildklier produceert teveel thyroxine, patiënt is vaak nerveus en transpireert veel, onregelmatige hartslag en verhoogde bloeddruk
  • endocarditis = ontsteking op de hartklep = antibioticaprofylaxe
  • zwangerschap
  • medicijngebruik

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive