PM - Beroepshouding Les 3

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Beroepshouding 

Les 3

Programma

• Vorige week: Uitgangspunten Beroepshouding
• Verwerkingsopdrachten bespreken
• Kennismaking BPV + Beroepshoudingslijst

• 
  

Vorige les

Algemene beroepshouding

• Geborgenheid (warmte)
• Reflectie (zelfreflectie maar ook op algemene situaties)
• Onderzoekende houding (permanent leren)
• Wederzijds respect (Naar kinderen, ouders en collega's)
• Integer handelen
• Voorbeeldfunctie

Verwerkingsopdrachten

Kennismaking BPV

Hoe ga je je voorbereiden op de kennismaking? Waar moet je in je houding rekening mee houden? Hoe is dat anders dan in een privé situatie?

Kennismaking BPV

Hoe ga je je voorbereiden op de kennismaking? Waar moet je in je houding rekening mee houden? Hoe is dat anders dan in een privé situatie?

Tijdens de stage moet je de beroepshoudingslijst laten invullen.

Zie BPV-informatiegids,  Dit gaan we de volgende les bespreken.

PWK  Kinderopvang 0-13 jr

Kinderopvang verzorgd door professionals

• Ouders kunnen blijven werken (stimulering werk, economische groei en emancipatie)
• Ook voor ouders door ziekte niet in staat zijn om voor hun kind te zorgen.

Stimulering van sociale en cognitieve ontwikkeling

• Spelen met leeftijdsgenootjes, educatieve en ontwikkelingsgerichte activiteiten

Educatieve functie

• Professionals kunnen in achterstand situaties benodigde ondersteuning geven

Ouders zijn klanten

Maatschappelijke participatie

• Ouders ontmoeten elkaar, delen van kennis, vragen stellen. 

         opvoedondersteuning.

Ouders zijn klanten van een organisatie.

• Financieren de opvang. vergoeding van de overheid kan. 

Inspelen op wensen van ouders

• Verschillende vormen van opvang. Eigen visie en werkwijze

1.3 De wet kinderopvang

• Kwalitatief goed kinderopvang is van grootbelang
• Kinderen moeten zich veilig voelen en de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen.  
  

1.3 De wet kinderopvang

Verantwoorde kinderopvang 

• een veilige en gezonde omgeving bieden van emotionele veiligheid aan kinderen, 
• het bevorderen van de persoonlijke en sociale competentie van kinderen 
• socialisatie van kinderen door overdracht van algemeen aanvaarde waarden en normen

1.4 Verschil tussen thuis en op de kinderopvang

• Verschil in emotionele band/hechting
• Verschil in organisatie
• Verschil in omgeving
• Verschil in aantal kinderen 

Soorten Kinderopvang (KO)

• Kinderdagverblijf
• Gastouderopvang
• Nanny
• Peuterspeelzaal
• Tussenschoolse opvang (TSO)
• Buitenschoolse opvang (BSO) 
• Tieneropvang
• Brede school en Integraal Kindcentrum (IKC)

Opdracht

a. Leg elke soort kinderopvang uit in eigen woorden. Benoem daarbij de leeftijd van de doelgroep en de kenmerken, 

b. Benoem de verschillen tussen de soorten kinderopvang.

c. Welke eisen staan in de Wet Kinderopvang (sinds 2005) waar een organisatie aan moet voldoen? Gebruik je boek/internet.

Volgende les:

Opdr. 1.11 & 1.12

PWK 2 Werken in de kinderopvang