week 6 zuurstof en trachea

Zuurstof therapie 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Zuurstof therapie 

Slide 1 - Diapositive

planning:
periode 3:
week 1: zuurstof therapie 
2 stomaverzorging
3 Hechtingen/ drain
4 Vlindernaald / infusie in verpleeghuis.
5 Intraveneus prikken. 
6 Intraveneus prikken
7 Infusie / medicatie via pomp
8 Infusie/ medicatie via spuitpomp
9 aftoetsen.

Slide 2 - Diapositive

Wat kun je als eerste doen wanneer een cliënt het benauwd heeft?

Slide 3 - Diapositive

welke klachten heeft een cliënt met zuurstof te kort?

Slide 4 - Diapositive

Oorzaken zuurstoftekort?
  • Afwijkingen longfunctie
  •  (COPD/Kanker/taaislijmziekte)
  • Afwijkingen bloedsomloop (vb. hartfalen)
  • Spierzwakte
  • Afwijkingen hemoglobine (Anemie)

Slide 5 - Diapositive

Vormen van zuurstof 

Slide 6 - Diapositive

Hulpmiddelen bij zuurstof toediening
Neusbril/ zuurstofbril
Toediening tot 6 liter
Neuskatheter

Toediening tot 8 liter
Zuurstof masker
toediening groter dan 10-15 liter
Venturimasker

toediening 8-12 liter 

Slide 7 - Diapositive

venturi masker
Blauw – 24% (2 L/min)
Wit – 28% (4 L/min)
Oranje – 31% (6 L/min)
Geel – 35% (8 L/min)
Rood – 40% (10 L/min)
Groen – 60% (15 L/min)

Sommige patiënten, zoals mensen met COPD, mogen niet te veel zuurstof krijgen.
Het Venturi-masker zorgt ervoor dat ze precies de juiste hoeveelheid krijgen.


Slide 8 - Diapositive

Hypercapnie
Hypercapnie betekent dat er te veel koolstofdioxide (CO₂) in het bloed zit.


Normaal adem je CO₂ uit. Maar als je te langzaam of te oppervlakkig ademt, blijft er te veel CO₂ in je lichaam. 
Dit kan gebeuren bij longziekten zoals COPD
Wat zijn de symptomen?
- Kortademigheid
- Slaperigheid of sufheid
- Hoofdpijn
- Snelle hartslag
Te veel CO₂ maakt je bloed zuur, wat kan leiden tot verwardheid, bewusteloosheid of zelfs coma*
Wat helpt?
- Zorgen dat je beter ademt(soms met een ademhalingsapparaat).
- Niet te veel zuurstof geven bij COPD, want dat kan hypercapnie verergeren!





Slide 9 - Diapositive

contra indicatie zuurstof therapie
?

Slide 10 - Diapositive

Welke veiligheids
adviezen
geef jij aan je cliënt
met O2?

Slide 11 - Diapositive

vragen?
Huiswerk: 
Thieme VTH :

Module 6: 1
video bekijken: zuurstof toedienen
uitzuigen van de neus en keel holte

Slide 12 - Diapositive

Tracheostoma en tracheotomie

niet eindstandig stoma en eindstandig stoma!

Slide 13 - Diapositive

  • Zwelling van de luchtweg na bestraling, operatie, ongeluk of infectie
  • Tumorgroei in en om het strottenhoofd, de mond en/of in de keelholte
  • Onvoldoende functioneren van de stembanden
  • Langdurige beademing
  • verstikking

Slide 14 - Diapositive

verschil en overeenkomst

overeenkomst
In beide gevallen ademt men via een kunstmatige opening (tracheostoma) in de hals
tracheostoma en tracheotomie

Verschillen:
Bij een treacheostoma:
 is het strottenhoofd verwijderd, meestal
Luchtweg en voedselweg zijn permanent van elkaar gescheiden
Ademen via neus en mond is niet meer mogelijk

Slide 15 - Diapositive

Bij een treacheostoma:
Als de wond is genezen is een canule
meestal niet meer nodig. 

Sommigen dragen alleen ’s nachts een
canule om krimpen van het stoma tegen te gaan.

. je mag de canule verwijderen om deze te reinigen (ook een eventuele buitencanule)

Slide 16 - Diapositive

overeenkomst
In beide gevallen ademt men via een kunstmatige opening (tracheostoma) in de hals
Verschillen:
Bij een treacheotomie:
De canule bestaat meestal uit een binnen- en een
buitencanule. 
De buiten canule mag men niet zelf verwijderen.

Tijdelijke stoma!

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

losse canule om te voorkomen dat stoma kleiner wordt

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive