11.1 Eigenschappen en chromosomen

Hoofdstuk 11 Erfelijkheid
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 11 Erfelijkheid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwijze:

Start voor iedereen verplicht:
- Luister aandachtig naar de uitleg in Teams! Je hebt deze uitleg nodig!
- Maak nu de LessonUp die klaarstaat in de klaslessonUp. Klaar?

Keuze: 
1. Maak de digitale werkboekopdrachten.
2. Of werk de leerdoelen uit.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de vorige slide. Noem zoveel mogelijk erfelijke eigenschappen. (minimaal 5)

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de vorige slide. Op welke manieren hebben de mensen op de foto hun fenotype veranderd?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Waar zitten je cellen?
A
Voornamelijk in je organen.
B
Overal in je lichaam.
C
Voornamelijk in je hersenen.
D
Alleen in je weefsel.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Waardoor wordt je fenotype beïnvloed?
A
genotype
B
omgeving
C
jezelf
D
zowel A, B als C

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de beste omschrijving van chromosomen?
A
erfelijke eigenschappen
B
genen
C
opgerold DNA
D
opgerolde sliertjes in de celkern

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de beste omschrijving van het genoom.
A
Alle genen op je chromosomen samen
B
Al het DNA aanwezig in het lichaam
C
Heel het genotype samen
D
Heel het fenotype samen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Waar in de cel bevinden zich de chromosomen?
A
In het cytoplasma.
B
In de celkern.
C
In het DNA.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoeveel paar chromosomen heeft elke mens in zijn cellen?
A
23
B
46

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Het fenotype wordt bepaald door de erfelijke eigenschappen en de omgeving.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Thijn heeft bij de supermarkt zaden van een moestuinplantje gekregen. Hij besluit de zaden in de potjes met grond te doen en geeft ze regelmatig water. De zaadjes ontkiemen en het plantje gaat groeien. Op het moment dat de zaadjes ontkiemen verandert het genotype van het plantje.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Een gen is een deel van een chromosoom met de erfelijke informatie voor één erfelijke eigenschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Een mens heeft 2 geslachtschromosomen en 46 andere chromosomen.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Een mens heeft 2 geslachtschromosomen en 44 andere chromosomen

Hiernaast zie je een deel van de chromosomenkaart van een mens.
Je ziet hier een deel van de chromosomen van een jongen.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Meiose vindt plaats bij vrouwen in de eierstokken.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwijze:

- Maak nu de LessonUp die klaarstaat in de KlaslessonUp van 11.1. 
Ben je klaar, dan ga je verder met een keuzeopdracht.

Keuze: 
1. Maak de digitale werkboekopdrachten.
2. Werk de leerdoelen uit. 

timer
1:00

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions