1HV Blok 3 Fictie tijd (tijd in verhalen, vertelde tijd en verteltijd)

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Les van vandaag / doelen
  • Je kunt zeggen in welke tijd een verhaal zich afspeelt.
  • Je weet het verschil tussen vertelde tijd en verteltijd.

Slide 2 - Diapositive

Tijd in verhalen
  1. Tijd waarin een verhaal zich afspeelt
  2. Vertelde tijd
  3. Verteltijd

Slide 3 - Diapositive

In welke tijd kan een verhaal zich afspelen?

Slide 4 - Carte mentale

Tijd waarin een verhaal zich afspeelt.
  • In de Middeleeuwen
  • in het oude Egypte
  • in de Tweede Wereldoorlog
  • in het heden
  • in de toekomst

Slide 5 - Diapositive

Waaraan kun je zien wanneer
een verhaal zich afspeelt?

Slide 6 - Carte mentale

Manieren om tijd te herkennen
  • Een jaartal
  • Historische figuren (Willem Barents)
  • Historische gebeurtenissen
  • Gewoontes, voorwerpen, kleding en eten
  • Omgeving

Slide 7 - Diapositive

Verteltijd
De tijd die nodig is om een verhaal te vertellen
oftewel het aantal pagina's van een boek.

Slide 8 - Diapositive

Vertelde tijd
De tijd die in een verhaal verloopt.

Dat kunnen minuten, uren, dagen, weken, maanden of jaren zijn.

Slide 9 - Diapositive

Huiswerk
Lezen
par. 3.2 over tijd

Maken opdracht 2 en 3
in eDition

Slide 10 - Diapositive