DRAMA | Les 7

DRAMA | LES 11

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

DRAMA | LES 11

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom Drama?
  • Je beleeft plezier aan het spel, zelf spelen en samenspelen
  • Je leert je waarnemingsvermogen, bewegingsvrijheid, spreekvaardigheid, fantasie-, voorstellings- en expressievermogen vergroten
  • Je ontwikkelt sociale vaardigheden zoals, samenwerken, inlevingsvermogen, wederzijds respect, creativiteit en zelfvertrouwen


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afspraken
  • Respectvolle omgang! (Wij lachen elkaar toe, nooit uit!)
  • We hebben plezier en helpen elkaar als we er niet uitkomen
  • Passen mag
  • Fouten maken bestaat niet!
  • Probeer je tegenspeler niet te blokkeren
  • Bij twijfel, doen!
  • Positieve vibes: applaus!
  • Gebruikte attributen terug op plek
  • ..............................................


Slide 3 - Diapositive

In het echte leven geldt vaak: bij twijfel, niet doen. Bij theatersport geldt het omgekeerde: bij twijfel, wél doen. Probeer als speler niet te lang na te denken over wat je gaat doen, of wat voor effect dat heeft. Heb je een ingeving, dóe het dan gewoon. Samen met je medespelers vind je altijd wel een oplossing als het verkeerd uitpakt. 
OPWARMER | NAMENBAL

Slide 4 - Diapositive

Eerste eigen naam noemen en dan naam van een ander en de mandarijn gooien.

Doel: loskomen; de namen van alle spelers leren kennen
ER WAS EENS...

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

INTERVIEW MET ZIJN VIEREN

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CATEGORIEËNSPEL

Slide 8 - Diapositive

De spelers worden verdeeld in twee teams. Van beide teams gaan vier spelers op een rij op het speelvlak staan. De spelers van beide teams staan om en om , door elkaar gehusseld. De spelers moeten om beurten een item noemen van de gevraagde categorie. De categorie is bijvoorbeeld automerken: de eerste speler zegt : 'Audi', de tweede: 'Volkswagen', enz. Een item mag niet herhaald worden. Weet een speler geen item meer, of valt hij in herhaling, dan is hij af en gaat zitten. Dit gaat net zo lang door tot er één speler over is. Deze heeft gewonnen en zijn team krijgt een punt.


Speldoel: leren falen

Suggestie: huishoudelijke apparaten; dieren; groentes; religies; Disney-films



0

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

                                                                                                                                                                                                       00:31

Slide 10 - Diapositive

Start film op 00:31

AFSLUITER

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions