DRAMA | Les 2

DRAMA | LES 2 
KENNISMAKEN ; ACCEPTEREN & BLOKKEREN
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

DRAMA | LES 2 
KENNISMAKEN ; ACCEPTEREN & BLOKKEREN

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afspraken
  • Respectvolle omgang! (Wij lachen elkaar toe, nooit uit!)
  • We hebben plezier en helpen elkaar als we er niet uitkomen
  • Passen mag
  • Fouten maken bestaat niet!
  • Probeer je tegenspeler niet te blokkeren
  • Bij twijfel, doen!
  • Positieve vibes: applaus!
  • Gebruikte attributen terug op plek
  • ..............................................


Slide 2 - Diapositive

In het echte leven geldt vaak: bij twijfel, niet doen. Bij theatersport geldt het omgekeerde: bij twijfel, wél doen. Probeer als speler niet te lang na te denken over wat je gaat doen, of wat voor effect dat heeft. Heb je een ingeving, dóe het dan gewoon. Samen met je medespelers vind je altijd wel een oplossing als het verkeerd uitpakt. 
OPWARMER | NAMENBAL

Slide 3 - Diapositive

Eerste eigen naam noemen en dan naam van een ander en de sinaasappel gooien.


Nu in vaste volgorde 2x

Daarna vrij rond lopen, maar zelfde volgorde hanteren



Doel: loskomen; de namen van alle spelers leren kennen
KENNISMAKEN | 2 LEUGENS 1 WAARHEID

Naam

Leeftijd

Woonplaats

Opleiding van herkomst

2 leugens en 1 waarheid

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ER WAS EENS...

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ER WAS EENS...

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ER WAS EENS...

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WAT DOE JE?

Slide 8 - Diapositive

Maak duo's die verspreid door de ruimte gaan staan. Speler A begint met vragen: "Wat doe je?" Speler B geeft antwoord, bijvoorbeeld: "Touwtjespringen", waarop speler A gaat touwtjespringen. Speler B zegt nu: 'Wat doe je?' Speler A blijft zijn eigen handeling (touwtjespringen) doen, maar zegt een andere handeling ("Ik brei een trui"). Speler B gaat nu een trui breien, speler A blijft touwtjespringen totdat hij van speler B (na te weer te vragen: "Wat doe je?") een nieuwe handeling heeft gekregen.


Speldoel: handelen en denken tegelijk; loslaten van je eigen idee; accepteren wat de ander je geeft


NB Blijf je handeling uitvoeren tot je een nieuwe handeling hebt gekregen. Raak je in de war, begin dan gewoon opnieuw. Laat je inspireren door de handeling van je medespeler of de duo's om je heen.

CATEGORIEËNSPEL

Slide 9 - Diapositive

De spelers worden verdeeld in twee teams. Van beide teams gaan vier spelers op een rij op het speelvlak staan. De spelers van beide teams staan om en om , door elkaar gehusseld. De spelers moeten om beurten een item noemen van de gevraagde categorie. De categorie is bijvoorbeeld automerken: de eerste speler zegt : 'Audi', de tweede: 'Volkswagen', enz. Een item mag niet herhaald worden. Weet een speler geen item meer, of valt hij in herhaling, dan is hij af en gaat zitten. Dit gaat net zo lang door tot er één speler over is. Deze heeft gewonnen en zijn team krijgt een punt.


Speldoel: leren falen

Suggestie: huishoudelijke apparaten; dieren; groentes; religies; Disney-films



DE DIERENWINKEL

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

                                                                                                                                                                                                       00:31

Slide 11 - Diapositive

Start film op 00:31

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions