3.3 - Radioactiviteit en Straling

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

H3  STRALING      

§2  Radioactiviteit en straling

begrijpen

In een stikstof-15 zitten
a protonen, b neutronen
en c elektronen.

1. a=7 b=8 en c=15
2. a=7 b=8 en c=7
3. a=7 b=8 en c=8
4. a=7 b=7 en c=8

Bekijk stikstof-14 en koolstof-14.
Wat verschilt er niet tussen deze stoffen?

1. Het aantal protonen
2. Het aantal neutronen
3. Het aantal elektronen
4. Het aantal kerndeeltjes

In het ziekenhuis krijgt iemand voor onderzoek
een hoeveelheid I-131 ingespoten.
De halveringstijd van I-131 is 8 dagen.
Na hoeveel dagen is er nog 12,5 % van de I-131 over?

In het ziekenhuis krijgt iemand voor

onderzoekeen hoeveelheid I-131 ingespoten.

De halveringstijd van I-131 is 8 dagen.
Na hoeveel dagen is er nog 12,5  % van de I-131 over?

100%  --->  50%  --->  25%  --->  12,5% (--->  6,25%  ---> etc)

             8d        +       8d      +       8d

Dus na 24 d is er nog 12,5% van de I-131 in het lichaam actief.

Noem 3 soorten straling die uit
radioactieve stoffen kunnen komen.

Vul verder in:
Met een activiteit van 23 kBq
bedoelen we . . . . .