fouten met verwijswoorden
1 / 12
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Waar verwijst het onderstreepte woord in de zin naar?
Mijn ouders kochten een vakantiehuis in Frankrijk, wat wij erg leuk vonden.
Slide 2 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Waar verwijst het onderstreepte woord in de zin naar?
Mijn ouders kochten een vakantiehuis in Frankrijk, dat wij erg leuk vonden.
Slide 3 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Geef aan waarom de onderstreepte verwijswoorden fout zijn en noteer het juiste verwijswoord.
De familie Van Voorst tot Voorst heeft zijn landgoed verkocht.
Slide 4 - Question ouverte
Familie is vrouwelijk. Daarom verwijs je met 'haar'.
Geef aan waarom de onderstreepte verwijswoorden fout zijn en noteer het juiste verwijswoord.
Die oude eik is ziek en daarom moet ze gekapt worden.
Slide 5 - Question ouverte
De eik is mannelijk. Vandaar de verwijzing met 'hij'.
Geef aan waarom de onderstreepte verwijswoorden fout zijn en noteer het juiste verwijswoord.
Volgende week gaan de kompels in staking, omdat hun deze maand hun salaris niet hebben ontvangen.
Slide 6 - Question ouverte
'Hun' kan nooit het onderwerp zijn van een zin. Hier kunnen staan: ... omdat ze ...
Geef aan waarom de onderstreepte verwijswoorden fout zijn en noteer het juiste verwijswoord.
Hé, daar loopt die nieuwe leraar, waarover Jelena het gisteren had.
Slide 7 - Question ouverte
Naar een persoon verwijs je met 'voorzetsel + wie'. Hier had moeten staan: ... over wie ...
Geef aan waarom de onderstreepte verwijswoorden fout zijn en noteer het juiste verwijswoord.
'Oorlog zonder vrienden' is het bekendste boek wat Evert Hartman heeft geschreven.
Slide 8 - Question ouverte
Je verwijst naar het boek. Daarmee verwijs je met dit of dat.
Geef aan waarom de onderstreepte verwijswoorden fout zijn en noteer het juiste verwijswoord.
Het engste dat ik ooit heb gedaan, was in rotsspleten kruipen in de Ardennen.
Slide 9 - Question ouverte
Je verwijst naar een overtreffende trap. Daarmee verwijs je met 'wat'.
Geef aan waarom de onderstreepte verwijswoorden fout zijn en noteer het juiste verwijswoord.
Ken jij in Beilen ene Niels Janssens, waarvan de vader in Zwolle werkt?
Slide 10 - Question ouverte
Je verwijst naar een persoon, dus voorzetsel + wie. In dit geval: van wie
Slide 11 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk onderdeel vind jij lastig?
Slide 12 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
