Dorpskrant: criteria (net als in Dorpskrantbestand)


Nederlands
De Dorpskrant-criteria
Creatief schrijven & Spelling
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


Nederlands
De Dorpskrant-criteria
Creatief schrijven & Spelling

Slide 1 - Diapositive

Periode 2
In periode 2:
Maken we een dorpskrant - 2x - schrijven - week 4 (eind januari)
Lezen we Geest - 2x - fictietoets- week 10 (begin maart)

Slide 2 - Diapositive

planning Dorpskrant
  • Schrijven artikelen week 4 (20-24 januari)
  • Lessen specifieke spelling
  • Gezamenlijk cijfer. Tenzij...
  • Maak aantekeningen in je werkboekje of schrift. 

Slide 3 - Diapositive

beoordeling
-verschillende tekstdoelen met duidelijke opbouw
-passende, nieuwsgierig makende koppen
-dorpsbewoners spelen een rol
-beeldspraak en stijlfiguren
-spellingsregels specifiek (LessonUp)
-spelling algemeen (let op ww-spelling)
-verzorging uiterlijk krant
-taalverzorging 

Slide 4 - Diapositive

Inleiding

  • Ieder dorp heeft zijn bewoners. 
  • Die maken van alles mee.

Slide 5 - Diapositive

Inleiding
  • Ook heeft ieder dorp zijn eigen dorpskrant. 
  • Een krant waarin alles wat er in het dorp gebeurt, wordt beschreven. 

  • Bijvoorbeeld de geboorte van de zoon van de slager of de aankondiging van het huwelijk van de bakker en zijn vrouw, een presentatie van de nieuwste Iphone of een concert van een lokale boyband. Kortom, alles wat de dorpsbewoners, nieuwsgierig als ze zijn, over hun medebewoners en hun dorp willen weten!

Slide 6 - Diapositive

De opdracht
  • Je maakt een dorpskrant. 
  • Je bedenkt een naam voor het dorp, voor de dorpskrant en voor de bewoners die er wonen. Je bedenkt ook welke beroepen de bewoners uitoefenen. De dorpsbewoners maken van alles mee en daarvan doe jij verslag in de dorpskrant! 

  • De krant wordt gemaakt op knutselpapier. De berichten met de hand geschreven.
  • Je mag alleen tijdens de lessen werken aan de dorpskrant, niet thuis.
  • De krant wordt gemaakt in tweetallen

Slide 7 - Diapositive

Criteria teksten

• De krant bevat de 5 verschillende tekstdoelen.
• De krant bevat dus ook verschillende tekstvormen. Bijvoorbeeld: nieuwsbericht, reclame, gedicht, strip, horoscoop, ingezonden brief. 
• De bewoners, hun beroepen en hetgeen ze meemaken komen in de teksten voor.
• De teksten zijn zelf geschreven (ieder schrijft 4 teksten).


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Criteria teksten

• De berichten hebben een duidelijke opbouw, die past bij de tekstsoort (inleiding, kern, slot).
• De alinea-indeling in de teksten is duidelijk zichtbaar.
• De berichten hebben functionele, nieuwsgierig makende titels (en tussenkopjes).

Slide 10 - Diapositive

Criteria taalverzorging

  • Denk aan alle leestekens (komma's en punten). Ze staan op de juiste plaatsen in de tekst.  
  • Denk aan de opbouw van de zinnen; klopt de volgorde van de woorden?
  • Je maakt geen schrijffouten (dus niet krassen en doorhalen)

Slide 11 - Diapositive

Criteria spelling specifiek
  • Verwerk in de krant:

  • 4 verschillende regels voor hoofdletters
  • 4 verwijzingen
  • 4 samenstellingen
  • 4 samentrekkingen 

  • De woorden hiervoor bepaal je zelf. Je onderstreept of highlight ze in de krant. 

Slide 12 - Diapositive

Criteria creatief taalgebruik
  • Verwerk in elke tekst 1 stijlfiguur / 1 vorm van beeldspraak (minimaal 3 verschillende stijlfiguren / vormen van beeldspraak)

  • Stijlfiguren: herhaling, opsomming, tegenstelling, paradox, eufemisme, overdrijving, understatement, ironie, sarcasme.

  • Beeldspraak: vergelijking met/zonder als, metafoor, personificatie, metonymia

Slide 13 - Diapositive

Criteria creatief taalgebruik
  • Je gebruikt originele koppen die nieuwsgierig maken 
  • Je gebruikt tussenkopjes 

Slide 14 - Diapositive

Criteria overig

  • De dorpskrant ziet er netjes, origineel en verzorgd uit. 
  • De krant is creatief en aantrekkelijk.
  • Werkhouding tijdens de lessen telt voor 20 procent mee.

Slide 15 - Diapositive

Opdracht
  • Maak tweetallen.

  • Bedenk een naam voor je dorp

  • Bedenk de naam van je dorpskrant

  • Bedenk minimaal 15 namen en beroepen van meerdere bewoners. Verzin bewoners in verschillende leeftijdscategorieën, dus van jonge bewoners tot héééél oud.

Slide 16 - Diapositive

VOORKANT

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive