Straattaal quiz

Faka broeders!
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Faka broeders!

Slide 1 - Diapositive

Wat is straattaal nou
eigenlijk?

Slide 2 - Carte mentale

Ronde 1
We gaan de betekenis van een aantal woorden uit songteksten raden.

Slide 3 - Diapositive

No span, er zit nog gas in die whip.
A
Geen stress, er zit nog benzine in de auto.
B
Geen zorgen, ik heb nog genoeg energie.
C
Ze is niet knap, maar heel bijdehand

Slide 4 - Quiz

Wanneer is straattaal ontstaan?
A
eind 20e eeuw
B
eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000

Slide 5 - Quiz

''Ik beef met je peki''- Sevn Alias
A
Ik rooster je kip
B
Ik maak ruzie met je vriend
C
Ik maak ruzie met je vrouw

Slide 6 - Quiz

Uit welke taal is het woord 'Doekoe' afgeleidt?
A
Antiliaans
B
Surinaams
C
Marrokaans
D
Turks

Slide 7 - Quiz

Hoe komt het dat veel jongeren straattaal overnemen?
A
Het wordt gebruikt in songteksten
B
Jongeren zijn gevoelig voor populariteit en nemen dit van elkaar over.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.

Slide 8 - Quiz

bij de volgende vragen is het de bedoeling om de juiste betekenis te zeggen

Slide 9 - Diapositive

wat betekend het woord:''loesoe?

Slide 10 - Question ouverte

wat betekend het woord:''lit?

Slide 11 - Question ouverte

wat betekend het woord:''mijn krantenwijk?

Slide 12 - Question ouverte

je moeder is in de straattaal een belediging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

wat betekend wolla
A
ik zweer
B
ik zweer jou
C
denk het niet
D
gast

Slide 14 - Quiz

wat betekend het woord:''brakka?

Slide 15 - Question ouverte