les 2, mavo 2, woordenschat

les 2, mavo 2, woordenschat
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

les 2, mavo 2, woordenschat

Slide 1 - Diapositive

Startopdracht: dit doe je voordat de les is begonnen.
Open alvast op:
blz. 134 in jouw boek Talent deel A
Huiswerk was:
Opdracht 2 t/m 6 
Tijd:
3 minuten
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Startopdracht: dit doe je voordat de les is begonnen.
Open alvast op:
blz. 134 in jouw boek Talent deel A
Huiswerk was:
Opdracht 2 t/m 6 
Tijd:
3 minuten
timer
3:00

Slide 3 - Diapositive



Open bladzijde
          Terugblik vorige les
Startopdracht: dit doe je voordat de les is begonnen.

Slide 4 - Diapositive

  • Ken jij 5 woorden uit je hoofd inclusief de betekenis.
  • Kan jij uitleggen wat er goed ging bij de opdrachten en wat er nog verbeterd kan woorden.
     LESDOELEN
             Na de les, kan jij:

Slide 5 - Diapositive

  • Huiswerk bespreken en nakijken
  • Theorie achtervoegsels (blz. 139 Talent a)
  • Aan de slag
  • Jeugdjournaal
  Wat gaan we vandaag doen?

Slide 6 - Diapositive

Nakijken: opdracht 2 t/m 6
Verbeter jouw antwoorden en zet een krul aan de kantlijn wanneer je het goed hebt. 


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Vervolg opdracht 4

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive



Alles meenemen:  Talent deel A, oplader, opgeladen laptop, pen +schriftje Nederlands, oordopjes met kabel.


 Opdracht: 7 t/m 10 is af.
  Staat al in Magister


       Volgende les
         Huiswerk

Slide 12 - Diapositive



Alles meenemen:  Talent deel A, oplader, opgeladen laptop, pen +schriftje Nederlands, oordopjes met kabel.


 Opdracht: 2 t/m 10 is af.
  Staat al in Magister


       Volgende les
         Huiswerk

Slide 13 - Diapositive

                Uitleg theorie

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag!
 Wat?
 Hoe?
 Wie?
 Hulp?
 Tijd?
Klaar?
Maak van 2.5 woorden (blz. 136) : opdracht 7 t/m 10
In stilte
Alleen
Eerste 5 min. geen hulp, daarna loop ik langs volgens een vaste route. 
 15 minuten
Mag je even iets voor jezelf doen. Na  15 minuten werken kijken we het samen na. 
timer
15:00

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag!
 Wat?
 Hoe?
 Wie?
 Hulp?
 Tijd?
Klaar?
Maak van 2.5 woorden (blz. 136) : opdracht 12, 13, 15 en 16
In stilte
Alleen
Eerste 5 min. geen hulp, daarna loop ik langs volgens een vaste route. 
 15 minuten
Mag je even iets voor jezelf doen. Na  15 minuten werken kijken we het samen na. 
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

  • Ken jij 5 nieuwe woorden
  • Kan jij de betekenis van 5 nieuwe woorden opschrijven.
  • Kan jij uitleggen wat er vandaag goed ging bij jou en wat er beter kan gaan de volgende keer.
      Terugblik lesdoelen
              Na de les, kan jij:

Slide 18 - Diapositive

Jeugdjournaal
  • Samenvatten

Slide 19 - Diapositive



Alles meenemen:  Talent deel A, oplader, opgeladen laptop, pen +schriftje Nederlands, oordopjes met kabel.


 Opdracht: 7 t/m 10 is af.
  Staat al in Magister


       Volgende les
         Huiswerk

Slide 20 - Diapositive

Tot de volgende les!
  • Schuif alsjeblieft jouw stoel aan.
  • Ga achter jouw stoel staan.
  • Alles weer netjes: grond? Tafel?

Dank je wel!

Slide 21 - Diapositive

achtervoegsels
achtervoegsel
betekens
voorbeeld
-achtig
een beetje als
kinderachtig
-baar
kan
vloeibaar
- loos
zonder
zoutloos
- vol
met veel
liefdevol
-arm
met weinig
caloriearm 
-rijk
met veel
vezelrijk

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Achtervoegsels
 Achtervoegsels plak je achter een woord. Achtervoegsels zijn geen woorden op zichzelf (zoals bij samenstellingen). 

Achtervoegsels geven het kernwoord een andere betekenis. 

Slide 24 - Diapositive

Wat is een woord met een achtervoegsel?
A
fietstocht
B
smaakvol

Slide 25 - Quiz

Wat betekent het achtervoegsel
-vol

A
zonder
B
nergens
C
met veel
D
boompje

Slide 26 - Quiz

Het achtervoegsel -loos betekent....
A
Zonder
B
Groot
C
Negatief
D
Min

Slide 27 - Quiz