21 juni Quiz hele hoofdstuk
1 / 27
La durée de la leçon est: 70 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat is de formule voor de inhoud van een piramide?
A
oppgrondvlak⋅hoogte
B
31⋅oppgrondvlak⋅hoogte
C
π⋅straal2⋅hoogte
D
31⋅π⋅straal2⋅hoogte
Slide 5 - Quiz
Een wc rol heeft een diameter
van 5 cm en een lengte van
~10 cm. Hoe heet deze vorm?
van 5 cm en een lengte van
~10 cm. Hoe heet deze vorm?
A
Kegel
B
Cilinder
C
Cirkel
D
Prisma
Slide 6 - Quiz
Een wc rol is een cilinder met
een diameter van 5 cm en een
lengte van ~10 cm. Wat is de
oppervlake van het grondvlak?
een diameter van 5 cm en een
lengte van ~10 cm. Wat is de
oppervlake van het grondvlak?
(Rond af op 2 decimalen)
A
19,63 cm^2
B
19,64 cm^2
C
24,67 cm^2
D
15,71 cm^2
Slide 7 - Quiz
Een wc rol is een cilinder. De
oppervlakte van het grondvlak
is ~19,63 cm^2 en de lengte is
10 cm. Wat is de inhoud in L?
oppervlakte van het grondvlak
is ~19,63 cm^2 en de lengte is
10 cm. Wat is de inhoud in L?
(Rond af op 2 decimalen)
A
196,3 L
B
0,20 L
C
0,19 L
D
19,63 L
Slide 8 - Quiz
Wat voor vorm is dit?
A
Prisma
B
Piramide
C
Cilinder
D
Balk
Slide 9 - Quiz
Bereken de lengte AB
(Tip, maak een schets) van het hele zijvlak)
Rond indien nodig af op 2 decimalen.
(Tip, maak een schets) van het hele zijvlak)
Rond indien nodig af op 2 decimalen.
A
B
B
A
41,79
B
39 cm
C
36 cm
D
Dat kun je niet weten
Slide 10 - Quiz
Bereken de oppervlakte van het grondvlak van deze prisma. Lengte AB = 36 cm
(Tip, maak een schets)
(Tip, maak een schets)
A
B
B
A
3276 cm^2
B
2052 cm^2
C
Dat kun je niet weten
D
1782 cm^2
Slide 11 - Quiz
Bereken de inhoud van de prisma in L. Rond af op gehelen.Lengte AB = 36 cm.
De oppervlakte van het grondvlak = 1782 cm^2
De oppervlakte van het grondvlak = 1782 cm^2
A
B
B
A
128 L
B
129 L
C
64 L
D
65 L
Slide 12 - Quiz
Gegeven is een piramide met een
vierkant grondvlak met zijden van 5 m
en een hoogte van 12 m.
Bereken de inhoud in m^3
vierkant grondvlak met zijden van 5 m
en een hoogte van 12 m.
Bereken de inhoud in m^3
A
300
B
100
C
20
D
60
Slide 13 - Quiz
Gegeven is de kegel hiernaast. Bereken de inhoud.
Rond af op 2 dec.
Rond af op 2 dec.
A
14,14 cm^3
B
42,41 cm^3
C
18,85 cm^3
D
9,42 cm^3
Slide 14 - Quiz
Een model van een trein is gemaakt op een schaal van 1 : 200. Het model is 20 cm lang, hoe lang is de echte trein?
A
40 m
B
0,4 km
C
10 m
D
4000 m
Slide 15 - Quiz
Een model van de eiffeltoren is 30 cm hoog. De echte eiffeltoren is ~330 m
Wat is de vergrotingsfactor?
Wat is de vergrotingsfactor?
A
De echte eiffeltoren is 11 x zo groot
B
Het model is 1/11 x zo groot
C
De echte eiffeltoren is 1100 x zo groot
D
Het model is 1/1100 x zo klein
Slide 16 - Quiz
De oppervlakte van vlag B is 4,6 m^2. Vlag C is een vergroting met vergrotings-factor 1,36. Bereken de oppervlakte van vlag C.
(Rond af op 2 decimalen
A
6,26 m^2
B
6,26 m^2
C
8,50 m^2
D
8,51 m^2
Slide 17 - Quiz
De oppervlakte van vlag B is 4,6 m^2. De oppervlakte van Vlag A is 2,944 m^2. Wat is de vergrotingsfactor?
A
1,5625
B
1,25
C
0,8
D
0,64
Slide 18 - Quiz
Gum 1 heeft een lengte van 2,5 cm en
een inhoud van 2 cm^3.
Gum 2 heeft afmetingen die 1,8 zo groot
zijn als die van gum 1. Bereken inhoud.
een inhoud van 2 cm^3.
Gum 2 heeft afmetingen die 1,8 zo groot
zijn als die van gum 1. Bereken inhoud.
(Rond af op 2 decimalen)
A
11,66 cm^3
B
11,67 cm^3
C
6,48 cm^3
D
3,6 cm^3
Slide 19 - Quiz
Gum 1 heeft een lengte van 2,5 cm en
een inhoud van 2 cm^3.
De inhoud van gum 3 is 24 cm^3.
Wat is de vergrotingsfactor?
een inhoud van 2 cm^3.
De inhoud van gum 3 is 24 cm^3.
Wat is de vergrotingsfactor?
(Rond af op 2 decimalen)
A
12
B
3,46
C
2,29
D
2,28
