Unit 1 - Writing - Part 9 - Recap

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Grammar 

Slide 2 - Diapositive

- Ik weet aan het einde van deze les welke grammatica gevraagd wordt in de toets, heb hier nog een keer mee geoefend en heb de kans gepakt om nog vragen te stellen

Slide 3 - Diapositive

Ik heb mijn huiswerk gemaakt
A
Ja, natuurlijk!
B
Oeps, nee...

Slide 4 - Quiz

Als je het huiswerk hebt gemaakt: Heb je hier nog vragen over?

Heb je het huiswerk niet gemaakt: Wat is de reden?

Slide 5 - Question ouverte

BIJWOORDEN
in het Engels

Slide 6 - Diapositive

Bijwoord
Een bijwoord vertelt hoe vaak
iets gedaan wordt 

Slide 7 - Diapositive

Wat is een bijwoord?Een bijwoord...
vertelt...
A
... iets over een zelfstandig naamwoord
B
... iets over de hoofdpersoon
C
... hoe vaak iets gedaan wordt
D
... Niks. Een bijwoord kan niet praten

Slide 8 - Quiz

Bijwoorden
voorbeeld:

Jennifer is always at parties

Slide 9 - Diapositive

Dit noemen we ook wel
bijwoorden van tijd...
sometimes, always, never, 
usually, often, regurlarly

Slide 10 - Diapositive

I am always broke at the end of the month.
A
always
B
broke
C
I
D
at the end of the month

Slide 11 - Quiz

My brother and I usually fight over everything.
A
brother
B
usually
C
everything
D
fight

Slide 12 - Quiz

Past simple

Slide 13 - Diapositive

Maak de zin compleet:

(+) ...... (we - to hear) the storm coming from miles away.

Slide 14 - Question ouverte

Maak de zin compleet:

(?) ... (you - to know) that tsunamis can destroy whole villages?

Slide 15 - Question ouverte

Present perfect

Slide 16 - Diapositive

Maak de zin compleet:

(+) ..............
(we - to receive) many calls from worried Jamaicans about the storm outside.

Slide 17 - Question ouverte

Maak de zin compleet:

(-) ... (I - to see) a storm like this one.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Past simple or present perfect?
past simple
Present perfect
in het verleden begonnen, nu nog zo /
eerder gebeurd, gevolgen nog merkbaar
Iets is helemaal afgelopen.
She has broken her arm so she can't play football.
She worked at Mondriaan College three years ago.

Slide 20 - Question de remorquage

Past simple or present perfect?
Past simple
Present perfect
The world has changed a lot since Covid-19.
We have known her for a long time.
David lived in Oss in the 1990's and then he moved to Hawaii. 
She broke my new mug last night.

Slide 21 - Question de remorquage

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Maak de juiste grammaticale zin:

Jessica ......... (not - to share) her secret.

Slide 24 - Question ouverte

Maak de juiste grammaticale zin:

We ...... (not - to save) the planet by doing nothing.

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Maak de juiste grammaticale zin:

I .... (to join) the rally next week.

Slide 27 - Question ouverte

Maak de juiste grammaticale zin:

..... (I - to be) okay, doctor?

Slide 28 - Question ouverte

Wordorder

Slide 29 - Diapositive

wie
wanneer
waar
wat
doet

Slide 30 - Question de remorquage

Welke zin is correct?
A
Peter bought a new phone at the shop yesterday.
B
Peter bought a new phone yesterday at the shop.

Slide 31 - Quiz

Welke zin is correct?
A
He always sleeps in class.
B
He sleeps always in class.

Slide 32 - Quiz

Welke zin is correct?
A
They are rarely late at school.
B
They rarely are late at school.

Slide 33 - Quiz

Welke zin is correct?
A
I am sometimes late in class.
B
I sometimes am late in class.

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

*Writing: Leren/oefenen/lezen

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Wat hebben we vandaag gedaan en wat heb ik geleerd?

Slide 38 - Question ouverte

* Zie Magister/planner

Slide 39 - Diapositive