Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Gelukkig nieuwjaar!
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen; je leert
wat het verschil is tussen regelwoorden en leerwoorden;
meervouden spellen;
Slide 2 - Diapositive
Wat denk je dat het verschil is tussen regelwoorden en leerwoorden?
Slide 3 - Question ouverte
Regelwoorden
Voor sommige moeilijke woorden bestaan regels. In het Nederlands schrijf je skietje, en niet ski’tje. Je schrijft waterskiën, en niet waterskieën. Dit wordt bepaald door spellingsregels.
Slide 4 - Diapositive
Leerwoorden
Er zijn echter ook moeilijke woorden waarvoor geen regels gelden. Je schrijft creatief met een -c, en kroket met een -k. Cirkel schrijf je aan het begin met een -c en met een -k middenin, maar circus schrijf je met twee keer een -c. Product schrijf je met een -c en gezakt met een -k. Hiervoor zijn geen regels, dergelijke woorden moet je leren (of opzoeken).
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Hoe schrijf je het meervoud van logé?
A
logés
B
logees
C
loge's
D
logeën
Slide 7 - Quiz
Hoe schrijf je het meervoud van bikini?
A
bikinis
B
bikini's
C
bikinies
D
bikiniën
Slide 8 - Quiz
Hoe schrijf je het meervoud van leraar?
A
leraars
B
leraaren
C
leraren
D
lerar's
Slide 9 - Quiz
Hoe schrijf je het meervoud van bacterie?
A
bacteries
B
bacterie's
C
bacterieën
D
bacteriën
Slide 10 - Quiz
Hoe schrijf je het meervoud van fotograaf?
A
fotograven
B
fotografen
C
fotograafs
D
fotograaf's
Slide 11 - Quiz
Aan de slag
Slide 12 - Diapositive
Learnbeat
H4 paragraaf 4.4 spelling
maak B: deel 1 moeilijke woorden; meervouden
= huiswerk voor vrijdag 8 januari
Slide 13 - Diapositive
Doel van je les
Je leert:
wat bijvoeglijke naamwoorden zijn
Je leert hoe je bijvoeglijke naamwoorden moet spelling
Je leert wat stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden zijn
Je leert hoe je bijvoeglijke naamwoorden spelt die ageleid zijn van voltooid deelwoorden
Slide 14 - Diapositive
Wat zijn 'bijvoeglijke naamwoorden'?
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Vidéo
Welke bijvoeglijke naamwoorden
zijn volgens dezelfde spellingsregel geschreven?
Rode
Boze
Elektrische
Dikke
Gouden
Commerciële
Grote
Spoorloze
Kleine
Kapotte
Metalen
Officiële
Slide 17 - Question de remorquage
Vul het juiste woord in. De ........ auto.
A
rode
B
roden
Slide 18 - Quiz
Vul het juiste wood in. Een ................. roeiboot
A
houte
B
houten
Slide 19 - Quiz
Vul het juise woord in. De ..... soldaat.
A
uitgezonden
B
uitgezonde
Slide 20 - Quiz
En dan nu......
* de nieuwsquiz
* maken Learnbeat H4 paragraaf 4.4 spelling
Deel C: bijvoeglijke naamwoorden, verkleinwoorden en getallen.